Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. praktisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor praktisch (Duits) in het Spaans

praktisch:

praktisch bijvoeglijk naamwoord

  1. praktisch (simpel; leicht)
    práctico
  2. praktisch (so gut wie)
    como si fuera
  3. praktisch (in der Praxis)
    en la práctica

Vertaal Matrix voor praktisch:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
como si fuera praktisch; so gut wie
en la práctica in der Praxis; praktisch
práctico die Praxis betreffend; leicht; praktisch; simpel brauchbar; geeignet; handlich; lakonisch; nüchtern; nützlich; sachlich

Synoniemen voor "praktisch":


Wiktionary: praktisch


Cross Translation:
FromToVia
praktisch cómodo; conveniente convenient — of or pertaining to convenience; simple; easy; expedient
praktisch práctico; hábil handy — easy to use
praktisch práctico; práctica practical — based on practice or action rather than theory or hypothesis
praktisch prácticamente practically — In practice, in effect
praktisch prácticamente virtually — almost