Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verwaltet:
  2. verwalten:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verwaltet (Duits) in het Engels

verwaltet:

verwaltet bijvoeglijk naamwoord

  1. verwaltet
    managed
    – Executed by the common language runtime environment rather than directly by the operating system. 1

Vertaal Matrix voor verwaltet:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
managed verwaltet

verwaltet vorm van verwalten:

verwalten werkwoord (verwalte, verwaltest, verwaltet, verwaltete, verwaltetet, verwaltet)

  1. verwalten (bewirtschaften; administrieren)
    to administer; to manage; to run
    • administer werkwoord (administers, administered, administering)
    • manage werkwoord (manages, managed, managing)
    • run werkwoord (runs, ran, running)
  2. verwalten
    to manage
    – To adjust the action or aspects of a group of items, typically done more than once. 1
    • manage werkwoord (manages, managed, managing)

Conjugations for verwalten:

Präsens
  1. verwalte
  2. verwaltest
  3. verwaltet
  4. verwalten
  5. verwaltet
  6. verwalten
Imperfekt
  1. verwaltete
  2. verwaltetest
  3. verwaltete
  4. verwalteten
  5. verwaltetet
  6. verwalteten
Perfekt
  1. habe verwaltet
  2. hast verwaltet
  3. hat verwaltet
  4. haben verwaltet
  5. habt verwaltet
  6. haben verwaltet
1. Konjunktiv [1]
  1. verwalte
  2. verwaltest
  3. verwalte
  4. verwalten
  5. verwaltet
  6. verwalten
2. Konjunktiv
  1. verwaltete
  2. verwaltetest
  3. verwaltete
  4. verwalteten
  5. verwaltetet
  6. verwalteten
Futur 1
  1. werde verwalten
  2. wirst verwalten
  3. wird verwalten
  4. werden verwalten
  5. werdet verwalten
  6. werden verwalten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verwalten
  2. würdest verwalten
  3. würde verwalten
  4. würden verwalten
  5. würdet verwalten
  6. würden verwalten
Diverses
  1. verwalt!
  2. verwaltet!
  3. verwalten Sie!
  4. verwaltet
  5. verwaltend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verwalten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
run Angriff; Ansturm; Anstürmen; Bestürmung; Erstürmung; Hardlaufkampf; Laufmasche; Sturmangriff; Sturmlauf; Stürmen; kampf; marathon
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
administer administrieren; bewirtschaften; verwalten anwenden; benutzen; einflößen; eingeben; einsetzen; geben; gebrauchen; handhaben; hantieren; jemandem etwas verabreichen; verabreichen; verordnen; verwenden
manage administrieren; bewirtschaften; verwalten auskommen; beenden; bewältigen; bewältigen können; einseifen; erledigen; fertigbringen; fertigkriegen; fertigmachen; fertigstellen; gewachsen sein; hinbiegen; hindeichseln; hinkriegen; rundkommen; schaffen; vollbringen; vollenden; zuendespielen; zustande bringen; zustandebringen
run administrieren; bewirtschaften; verwalten Laufmaschen bekommen; ausführen; eilen; fließen; galoppieren; gehen; hasten; hetzen; in Strömen nierderstürzen; ineinander überlaufen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnell laufen; schnelllaufen; schuften; sich aufmachen; sich verwischen; springen; sprinten; spritzen; spurten; strömen; stürzen; traben; triefen; verschwimmen; verwischen; wettlaufen; wetzen

Synoniemen voor "verwalten":


Wiktionary: verwalten

verwalten
verb
  1. eine Einrichtung, Organisation in eigner Verantwortung leiten
verwalten
verb
  1. to direct or be in charge
  2. to work in an administrative capacity; to supervise

Cross Translation:
FromToVia
verwalten manage beheren — iets leiden, besturen
verwalten manage beheren — het beheer hebben over iets
verwalten administer administreren — zorgvuldig vastleggen van gegevens zodat het later terug te vinden of controleren is
verwalten administer; manage; administrate administrergouverner, régir les affaires public ou particulier.
verwalten administer; manage gérer — Administrer, diriger, manager
verwalten administer; manage régirgouverner, diriger, conduire.