Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
davonmachen:
-
Wiktionary:
davonmachen → absquatulate, abscond -
Synoniemen voor "davonmachen":
verkrümeln; vertschüssen; abhauen -
Synoniemen voor "davon machen":
Fisch machen; Biege machen; Flatter machen; Fliege machen; Flucht ergreifen; Rückzieher machen; aus dem Staub machen; entfernen; rausscheren; vom Acker machen; zurückziehen; abhauen; abspringen; ausbüchsen; Fersengeld geben; fliehen; flüchten; türmen; verschwinden; weggehen
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor davonmachen (Duits) in het Engels
davonmachen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
davonmachen:
Synoniemen voor "davonmachen":
Wiktionary: davonmachen
davonmachen
verb
-
to leave quickly or in a hurry; to take oneself off; to decamp; to depart
-
to depart secretly