Duits
Uitgebreide vertaling voor Zahnfach (Duits) in het Engels
Zahnfach: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Zahn: tooth
- Fach: occupation; work; employment; job; specialism; trade; craft; profession; métier; discipline; science discipline; branch; limb; twig; sprig
Wiktionary: Zahnfach
Zahnfach
noun
-
socket in the jaw