Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Abdichtung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abdichtung (Duits) in het Engels

Abdichtung:

Abdichtung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Abdichtung (Versiegelung; Versiegeln)
    the sealing
    • sealing [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Abdichtung (Verschluß; Abschluß)
    the barrier
    • barrier [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abdichtung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barrier Abdichtung; Abschluß; Verschluß Abdichten; Abschliessen; Absperrung; Barrikade; Behinderung; Dichten; Hemmnis; Hindernis; Hürde; Klippe; Schlagbaum; Schliessen; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung; Straßensperre; Versperrung
sealing Abdichtung; Versiegeln; Versiegelung

Synoniemen voor "Abdichtung":


Wiktionary: Abdichtung

Abdichtung
noun
  1. Technik: das abdichten