Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal zwangsläufig

Vertaal zwangsläufig van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

zwangsläufig:
- self-evident; inevitable; unavoidable; imperative; irretrievable; indisputable; incontrovertible; definite
Wiktionary:
- zwangsläufig → inevitable, necessary
- zwangsläufig → inevitably
- zwangsläufig → automatic, default, necessarily, inevitably, necessary, required, requisite

Duits

Uitgebreide vertaling voor zwangsläufig (Duits) in het Engels

zwangsläufig:

zwangsläufig bijvoeglijk naamwoord

zwangsläufig (automatisch; selbsttätig; routinemäßig; mechanisch; unwillkürlich)
self-evident
- self-evident bijvoeglijk naamwoord
zwangsläufig (unvermeidlich; notwendig)
inevitable; unavoidable; imperative; irretrievable; indisputable; incontrovertible; definite
- inevitable bijvoeglijk naamwoord
- unavoidable bijvoeglijk naamwoord
- imperative bijvoeglijk naamwoord
- irretrievable bijvoeglijk naamwoord
- indisputable bijvoeglijk naamwoord
- incontrovertible bijvoeglijk naamwoord
- definite bijvoeglijk naamwoord
zwangsläufig (umvermeidbar; unvermeidlich; unweigerlich)
inevitable
- inevitable bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor zwangsläufig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
imperative		Imperativ; Wesentlichste
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
definite	notwendig; unvermeidlich; zwangsläufig	ausgeprägt; definitiv; endgültig; markant; permanent; prononciert; unumstößlich; unverkennbar; unwiderruflich; unwiederbringlich
imperative	notwendig; unvermeidlich; zwangsläufig	benötigt; dringend; dringend nötig; dringlich; erforderlich; essentiell; imperativ; notwendig; nötig; stringent; unabweislich; zwingend
incontrovertible	notwendig; unvermeidlich; zwangsläufig	eindeutig; einwandfrei; endgültig; entschieden; handfest; sprechend; unumstößlich; unvermeidlich; unwiderlegbar; unwiderleglich; unwiderruflich; unwiederbringlich
indisputable	notwendig; unvermeidlich; zwangsläufig	absolut; eindeutig; einwandfrei; endgültig; entschieden; handfest; sprechend; unbedingt; unbestreitbar; unleugbar; unstrittig; unumstößlich; unvermeidlich; unwiderlegbar; unwiderleglich; unwiderruflich; unwiederbringlich
inevitable	notwendig; umvermeidbar; unvermeidlich; unweigerlich; zwangsläufig	benötigt; erforderlich; essentiell; notwendig; nötig
irretrievable	notwendig; unvermeidlich; zwangsläufig	endgültig; irreparabel; rettungslos; unersetzlich; unheilbar; unumstößlich; unvermeidlich; unwiderruflich; unwiederbringlich
self-evident	automatisch; mechanisch; routinemäßig; selbsttätig; unwillkürlich; zwangsläufig
unavoidable	notwendig; unvermeidlich; zwangsläufig

Synoniemen voor "zwangsläufig":

gezwungenermaßen; nolens volens; notgedrungen; unfreiwillig; wohl oder übel; zwangsweise; zähneknirschend
notwendigerweise; unbedingt; unvermeidlich; zwingend

Wiktionary: zwangsläufig

zwangsläufig

adjective

zwingend eintretend und unmöglich, vermeiden zu werden
- zwangsläufig → inevitable

zwangsläufig

adjective

such as must be
- necessary → zwangsläufig
predictable, or always happening
- inevitable → zwangsläufig

adverb

in a manner that this impossible to avoid
- inevitably → zwangsläufig

Cross Translation:

From	To	Via
• zwangsläufig	→ automatic; default	↔ automatique — physiologie\|fr médecine\|fr Qui s’exécuter sans la participation de la volonté.
• zwangsläufig	→ necessarily; inevitably	↔ forcément — Par force, par obligation, par une conséquence rigoureuse ou inévitable.
• zwangsläufig	→ necessary; required; requisite	↔ requis — Demandé, exigé (2)