Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zuordnen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zuordnen (Duits) in het Engels

zuordnen:

zuordnen werkwoord

  1. zuordnen (belegen)
    to allocate
    – To reserve a resource, such as sufficient memory, for use by a program. 1
    • allocate werkwoord (allocates, allocated, allocating)
  2. zuordnen
    to associate
    – To inform the operating system that a particular file name extension is linked to a specific application. When a file is opened that has an extension associated with a given application, the operating system automatically starts the application and loads the file. 1
    • associate werkwoord (associates, associated, associating)
  3. zuordnen
    to map
    – To translate one value into another. 1
    • map werkwoord (maps, mapped, mapping)
  4. zuordnen
    to associate
    – To link a document, file, task, or link with a To Do. 1
    • associate werkwoord (associates, associated, associating)
  5. zuordnen
    to map
    – To associate data with a specified location in memory. 1
    • map werkwoord (maps, mapped, mapping)
  6. zuordnen
    to map
    – To display an address or location on a map. 1
    • map werkwoord (maps, mapped, mapping)

Vertaal Matrix voor zuordnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
map Abriß; Aufriß; Auszug; Extrakt; Grundriß; Karte; Lageplan; Lageskizze; Landkarte; Plan; Skizze; Strassenkarte; Struktur; Umrißzeichnung; Zuordnung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allocate belegen; zuordnen auf die Seitelegen; ausfindig machen; beiseite legen; ein Reis buchen; ein Reis reservieren; freihalten; gönnen; lokalisieren; offenhalten; vorbehalten; zuerkennen; zugestehen; zur Seite legen; zurückbehalten; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen; zuteilen; zuweisen; überreichen
associate zuordnen assoziieren; in Verbindung bringen
map zuordnen aufmessen; bemessen; kartieren; messen; vermessen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
associate auch

Synoniemen voor "zuordnen":

  • zuweisen
  • gegeneinander abgleichen; gleichsetzen; unifizieren

Wiktionary: zuordnen

zuordnen
verb
  1. für ein beliebiges Objekt feststellen, welchen Platz es in einer Ordnung einnimmt
zuordnen
verb
  1. sort multiple copies of printed documents into sequences of individual page order
  2. examine diverse documents etc.

Cross Translation:
FromToVia
zuordnen allocate toewijzen — goederen of fondsen een bestemming geven

Computer vertaling door derden: