Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zuckern:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zuckern (Duits) in het Engels

zuckern:

zuckern werkwoord

  1. zuckern (süß machen; einzuckern)
    sweeten; to candy; to sugar; to make sweet
    • sweeten werkwoord
    • candy werkwoord (candies, candied, candying)
    • sugar werkwoord (sugars, sugared, sugaring)
    • make sweet werkwoord (makes sweet, made sweet, making sweet)

Vertaal Matrix voor zuckern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
candy Geliebte; Herzchen; Kandis; Leckerei; Leckereien; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebling; Liebste; Nascherei; Naschwerk; Schatz; Schätzchen; Süßigkeiten; Zuckergut
sugar Geliebte; Herzchen; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; Zucker
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
candy einzuckern; süß machen; zuckern kandieren; verzuckern
make sweet einzuckern; süß machen; zuckern
sugar einzuckern; süß machen; zuckern einzuckern; kandieren
sweeten einzuckern; süß machen; zuckern überzuckern

Wiktionary: zuckern

zuckern
verb
  1. mit Zucker süßen; Zucker hinzufügen
zuckern
verb
  1. to add sugar to, to sweeten

Cross Translation:
FromToVia
zuckern sugar zoeten — zoet maken