Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal zubereiten

Vertaal zubereiten van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zubereiten:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor zubereiten (Duits) in het Engels

zubereiten:

zubereiten werkwoord (zubereite, zubereitest, zubereitet, zuberitt, zuberittet, zuberitten)

  1. zubereiten (kochen)
    to prepare; to brew; to cook; to make ready
    • prepare werkwoord (prepares, prepared, preparing)
    • brew werkwoord (brews, brewed, brewing)
    • cook werkwoord (cooks, cooked, cooking)
    • make ready werkwoord (makes ready, made ready, making ready)
  2. zubereiten (kochen)
    to prepare
    • prepare werkwoord (prepares, prepared, preparing)
  3. zubereiten (marinieren; einlegen; konservieren)
    marinade; to season; to pickle; to spice
    • marinade werkwoord
    • season werkwoord (seasons, seasoned, seasoning)
    • pickle werkwoord (pickles, pickled, pickling)
    • spice werkwoord (spices, spiced, spicing)

Conjugations for zubereiten:

Präsens
  1. zubereite
  2. zubereitest
  3. zubereitet
  4. zubereiten
  5. zubereitt
  6. zubereiten
Imperfekt
  1. zuberitt
  2. zuberittest
  3. zuberitt
  4. zuberitten
  5. zuberittet
  6. zuberitten
Perfekt
  1. habe zuberitten
  2. hast zuberitten
  3. hat zuberitten
  4. haben zuberitten
  5. habt zuberitten
  6. haben zuberitten
1. Konjunktiv [1]
  1. zubereite
  2. zubereitest
  3. zubereite
  4. zubereiten
  5. zubereitet
  6. zubereiten
2. Konjunktiv
  1. zuberitte
  2. zuberittest
  3. zuberitte
  4. zuberitten
  5. zuberittet
  6. zuberitten
Futur 1
  1. werde zubereiten
  2. wirst zubereiten
  3. wird zubereiten
  4. werden zubereiten
  5. werdet zubereiten
  6. werden zubereiten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde zubereiten
  2. würdest zubereiten
  3. würde zubereiten
  4. würden zubereiten
  5. würdet zubereiten
  6. würden zubereiten
Diverses
  1. zubereit!
  2. zubereitet!
  3. zubereiten Sie!
  5. zuberitten
  6. zubereitend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor zubereiten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brew Bier; Gebräu; Gemisch; Gerstenbier; Hopfenblütetee; Lager; Pils; Pilsener
cook Koch; Köchin; Küchenfee; Küchengehilfin; Küchenmeister; Küchenmädchen
pickle Gurke; Saure Gurke
season Jahreszeit; Saison
spice Geschmacksmacher; Gewürz; Gewürze; Würze
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brew kochen; zubereiten brennen; destillieren
cook kochen; zubereiten Essen zubereiten; erhitzen; garen; garkochen; kochen; sieden
make ready kochen; zubereiten anrichten; bereiten
marinade einlegen; konservieren; marinieren; zubereiten
pickle einlegen; konservieren; marinieren; zubereiten einkochen; einlegen; einmachen; einpökeln; einsalzen; konservieren; salzen
prepare kochen; zubereiten Vorbereitungen treffen; anfertigen; anlernen; anrichten; anweisen; ausrüsten; beibringen; belehren; bereiten; bereitstellen; bilden; dozieren; einarbeiten; einführen; einpauken; einprägen; einstudieren; einweisen; einüben; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erlernen; erschaffen; erzeugen; erziehen; fabrizieren; formen; gestalten; grundieren; herstellen; hervorbringen; ins Leben rufen; instruieren; konstruieren; kreieren; lehren; lernen; machen; proben; produzieren; rüsten; schaffen; schöpfen; skizzieren; tun; unterrichten; unterweisen; verfertigen; vorarbeiten; vorbereiten
season einlegen; konservieren; marinieren; zubereiten würzen
spice einlegen; konservieren; marinieren; zubereiten würzen

Synoniemen voor "zubereiten":


Wiktionary: zubereiten

zubereiten
verb
  1. Essen kochen, Speisen anrichten
zubereiten
verb
  1. to make ready for eating or drinking

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van zubereiten







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0542 seconde
Page rendered in 1.0 seconds