Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zügern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zügern (Duits) in het Engels

zügern:

zügern werkwoord

  1. zügern (zaudern; zweifeln)
    to procrastinate; to dawdle; to linger; to retard; to saunter; to tarry; to delay; to put off
    • procrastinate werkwoord (procrastinates, procrastinated, procrastinating)
    • dawdle werkwoord (dawdles, dawdled, dawdling)
    • linger werkwoord (lingers, lingered, lingering)
    • retard werkwoord (retards, retarded, retarding)
    • saunter werkwoord (saunters, sauntered, sauntering)
    • tarry werkwoord (tarries, tarried, tarrying)
    • delay werkwoord (delaies, delayed, delaying)
    • put off werkwoord (puts off, put off, putting off)

Vertaal Matrix voor zügern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delay Aufenthalt; Aufschub; Ausstand; Frist; Galgenfrist; Unterbrechung; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dawdle zaudern; zweifeln; zügern faulenzen; trödeln; verzögern; zögern
delay zaudern; zweifeln; zügern anhalten; aufhalten; aufschieben; ausrutschen; fallen; glitschen; grübeln; hemmen; hinausschieben; hinhalten; rutschen; schwanken; stocken; unschlüssig sein; unschlüssig warten; verspäten; verzögern; wanken; zaudern; zweifeln; zögern
linger zaudern; zweifeln; zügern aufschieben; bleiben; dauern; faulenzen; fortdauern; fortwähren; grübeln; hinausschieben; schwanken; sich aufhalten; stehenbleiben; trödeln; unschlüssig sein; unschlüssig warten; verweilen; verzögern; wanken; zaudern; zweifeln; zögern
procrastinate zaudern; zweifeln; zügern grübeln; schwanken; unschlüssig warten; zweifeln; zögern
put off zaudern; zweifeln; zügern aufschieben; grübeln; hinausschieben; schwanken; unschlüssig warten; verlegen; verschieben; vertagen; zweifeln; zögern
retard zaudern; zweifeln; zügern anhalten; aufhalten; aufschieben; hemmen; hinausschieben; hinhalten; stocken; verspäten; verzögern; zaudern; zögern
saunter zaudern; zweifeln; zügern bummeln; flanieren; herumschlendern; paradieren; schlendern; spazieren; spazierengehen; streunen; trödeln
tarry zaudern; zweifeln; zügern aufschieben; faulenzen; grübeln; hinausschieben; schwanken; trödeln; unschlüssig sein; unschlüssig warten; verzögern; wanken; zaudern; zweifeln; zögern
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tarry teerig