Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. wappern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wappern (Duits) in het Engels

wappern:

wappern werkwoord

  1. wappern (flattern)
    to flutter; to wave; to flap; to blow; to snap
    • flutter werkwoord (flutters, fluttered, fluttering)
    • wave werkwoord (waves, waved, waving)
    • flap werkwoord (flaps, flapped, flapping)
    • blow werkwoord (blows, blew, blowing)
    • snap werkwoord (snaps, snapped, snapping)

Vertaal Matrix voor wappern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blow Anprall; Anstoß; Beule; Bums; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Enttäuschung; Ernüchterung; Handschlag; Handschläge; Hau; Hieb; Klaps; Kniff; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Rückschlag; Schlag; Stoß; Verbeulung; Zusammenstoß; leichter Schlag; leichter Stoß
flap Klappe; Landeklappe; Schutzklappe; Umschlagklappe; Verschlußklappe
flutter Gejammer; Geleier
snap Biskuit; Gebäck; Keks; Kuchen; Zwieback
wave Welle; Wellenbewegung; Wellenlinie; Wogen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blow flattern; wappern anblasen; ausreißen; blasen; flöten; hecheln; keuchen; lutschen; pfeifen; saugen; schnaufen; stark wehen; stäuben; vergiften; vergällen; verleiden; wegrennen; wehen
flap flattern; wappern plappern
flutter flattern; wappern klappern
snap flattern; wappern anbeißen; andocken; anfahren; anschnauzen; aufbrechen; ausrichten; beißen; bersten; beschädigen; brechen; explodieren; kaputtmachen; knacken; knistern; platzen; prasseln; schnipsen; zerreißen; zerspringen; zubeißen
wave flattern; wappern fließen; mit der Hand grüßen; schwenken; strömen; wellenförmig; wiegen; winken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snap angenehm; anmutig; anziehend; attraktiv; edel; elegant; entzückend; fein; fesch; flott; galant; geschmeidig; grazil; graziös; gutaussehend; hold; hübsch; lieblich; reizend; schick; schmuck; schön; süß; verschmitzt; zierlich