Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. wankelen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wankelen (Duits) in het Engels

wankelen:

wankelen werkwoord

  1. wankelen (wanken; schwanken)
    to sway; to stagger; to falter
    • sway werkwoord (sways, swayed, swaying)
    • stagger werkwoord (staggers, staggered, staggering)
    • falter werkwoord (falters, faltered, faltering)

Vertaal Matrix voor wankelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sway Schwankung; Schwung; schleudernde Bewegung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
falter schwanken; wankelen; wanken aussetzen; festfahren; hapern; lallen; stagnieren; stammeln; stocken; stottern; versagen
stagger schwanken; wankelen; wanken erstaunen; schwanken; taumeln; verblüffen; verdutzen; wanken
sway schwanken; wankelen; wanken hin und her wanken; pendeln; schaukeln; schlenkern; schleudern; schlingern; schwanken; schwenken; schwingen; taumeln; wanken; wiegen