Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal vollziehen

Vertaal vollziehen van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vollziehen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor vollziehen (Duits) in het Engels

vollziehen:

vollziehen werkwoord (vollziehe, vollziehst, vollzieht, vollzog, vollzoget, vollzogen)

  1. vollziehen (tun; verrichten; betreiben; )
    to accomplish; to do; to act
    • accomplish werkwoord (accomplishes, accomplished, accomplishing)
    • do werkwoord (does, did, doing)
    • act werkwoord (acts, acted, acting)
  2. vollziehen (vollstrecken)
    to execute; to carry out
    • execute werkwoord (executes, executed, executing)
    • carry out werkwoord (carry out, carried out, carrying out)
  3. vollziehen (hinrichten; exekutieren; vollstrecken; fusilieren)
    to execute; to put to death
    • execute werkwoord (executes, executed, executing)
    • put to death werkwoord (puts to death, put to death, putting to death)
  4. vollziehen (vollbringen; vollführen; ausführen)
    fulfil; to accomplish; to perform; fulfill
    • fulfil werkwoord, Brits
    • accomplish werkwoord (accomplishes, accomplished, accomplishing)
    • perform werkwoord (performs, performed, performing)
    • fulfill werkwoord, Amerikaans
  5. vollziehen (den Erwartungen entsprechen; schaffen; vollbringen; vollführen)
    come up to the expectations

Conjugations for vollziehen:

Präsens
  1. vollziehe
  2. vollziehst
  3. vollzieht
  4. vollziehen
  5. vollzieht
  6. vollziehen
Imperfekt
  1. vollzog
  2. vollzogst
  3. vollzog
  4. vollzogen
  5. vollzoget
  6. vollzogen
Perfekt
  1. habe vollzogen
  2. hast vollzogen
  3. hat vollzogen
  4. haben vollzogen
  5. habt vollzogen
  6. haben vollzogen
1. Konjunktiv [1]
  1. vollziehe
  2. vollziehest
  3. vollziehe
  4. vollziehen
  5. vollziehet
  6. vollziehen
2. Konjunktiv
  1. vollzöge
  2. vollzögest
  3. vollzöge
  4. vollzögen
  5. vollzöget
  6. vollzögen
Futur 1
  1. werde vollziehen
  2. wirst vollziehen
  3. wird vollziehen
  4. werden vollziehen
  5. werdet vollziehen
  6. werden vollziehen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vollziehen
  2. würdest vollziehen
  3. würde vollziehen
  4. würden vollziehen
  5. würdet vollziehen
  6. würden vollziehen
Diverses
  1. vollzieh!
  2. vollzieht!
  3. vollziehen Sie!
  5. vollzogen
  6. vollziehend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor vollziehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
act Akt; Handlung; Tat; Werk
perform Agieren; Handeln
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accomplish ausführen; ausrichten; ausüben; betreiben; erfüllen; erledigen; erreichen; handeln; leisten; schaffen; schütten; treiben; tun; verrichten; vollbringen; vollführen; vollziehen; vornehmen abmachen; bekleiden; bewirken; durchsetzen; erledigen; erzeugen; fertig bringen; fertigbringen; herstellen; hinkriegen; innehaben; schaffen; versehen; vollbringen; vollführen
act ausrichten; ausüben; betreiben; erfüllen; erledigen; erreichen; handeln; leisten; schaffen; schütten; treiben; tun; verrichten; vollziehen; vornehmen agieren; auftreten; darstellen; handeln; schauspielen; spielen; tun; tun als ob
carry out vollstrecken; vollziehen austragen; eintreten; sich vollziehen
come up to the expectations den Erwartungen entsprechen; schaffen; vollbringen; vollführen; vollziehen
do ausrichten; ausüben; betreiben; erfüllen; erledigen; erreichen; handeln; leisten; schaffen; schütten; treiben; tun; verrichten; vollziehen; vornehmen ablegen; arbeiten; tun; verrichten; zurücklegen
execute exekutieren; fusilieren; hinrichten; vollstrecken; vollziehen abschießen; ausführen; eintreten; erledigen; ermorden; erschiessen; erschießen; exekutieren; fusilieren; hinrichten; niederschießen; sich vollziehen; totschießen; umbringen
fulfil ausführen; vollbringen; vollführen; vollziehen bekleiden; innehaben; versehen
fulfill ausführen; vollbringen; vollführen; vollziehen bekleiden; innehaben; versehen
perform ausführen; vollbringen; vollführen; vollziehen aufgeführt werden; auftreten; darstellen; eine Leistung lieferen; erfüllen; handeln; leisten; schauspielen; schieben; schütten; spielen; tun als ob; verrichten
put to death exekutieren; fusilieren; hinrichten; vollstrecken; vollziehen

Synoniemen voor "vollziehen":


Wiktionary: vollziehen

vollziehen
verb
  1. umsetzen, ausführen, durchführen, verwirklichen, vollstrecken
  2. rückb. Schritt für Schritt ablaufen, geschehen
vollziehen

Verwante vertalingen van vollziehen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0516 seconde
Page rendered in 1.0 seconds