Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verzweigen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verzweigen (Duits) in het Engels

verzweigen:

verzweigen werkwoord

  1. verzweigen
    to branch
    – To allow a collection of files to evolve in two or more divergent paths. 1
    • branch werkwoord (branches, branched, branching)
  2. verzweigen
    to branch
    – In reference to a package, to upgrade an existing sequenced application package and run it side-by-side with the original sequenced application package. 1
    • branch werkwoord (branches, branched, branching)

Vertaal Matrix voor verzweigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
branch Abteilung; Ast; Baumzweig; Bedingungsverzweigung; Berufsgruppe; Betriebszweig; Branche; Fach; Fachbereich; Filiale; Gabelung; Geschäftsstelle; Geschäftszweig; Gewerbezweig; Nebenstelle; Reis; Sektion; Verzweigung; Verzweigungselement; Verästelung; Zweig; Zweigniederlassung; Zweigstelle; junger Zweig
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
branch verzweigen abzweigen

Synoniemen voor "verzweigen":

  • verästeln

Wiktionary: verzweigen

verzweigen
verb
  1. (reflexiv) sich in Äste aufteilen, sich in verschiedene Richtungen ausbreiten
  2. figürlich: in Teilbereiche aufteilen, in Teile zerlegen
verzweigen
verb
  1. to produce branches
  2. to divide into branches