Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal verweben

Vertaal verweben van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verweben:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verweben (Duits) in het Engels

verweben:

verweben werkwoord (verwebe, verwebst, verwebt, verwebte, verwebtet, verwoben)

  1. verweben (einflechten; ineinandergreifen; einweben)
    to interweave
    • interweave werkwoord (interweaves, interwove, interweaving)
  2. verweben (ineinanderschließen; einflechten; einweben; ineinandergreifen)
    to interweave; interconnect; to interlock
  3. verweben (zusammenflechten; verflechten; einflechten; einweben)
    to intertwine; to interlace
    • intertwine werkwoord (intertwines, intertwined, intertwining)
    • interlace werkwoord (interlaces, interlaced, interlacing)
  4. verweben (verflechten; verschlingen; flechten; )
    to intertwine; to interlace; to interweave
    • intertwine werkwoord (intertwines, intertwined, intertwining)
    • interlace werkwoord (interlaces, interlaced, interlacing)
    • interweave werkwoord (interweaves, interwove, interweaving)
  5. verweben (flechten; verflechten)
    to interlace; to interweave
    • interlace werkwoord (interlaces, interlaced, interlacing)
    • interweave werkwoord (interweaves, interwove, interweaving)

Conjugations for verweben:

Präsens
  1. verwebe
  2. verwebst
  3. verwebt
  4. verweben
  5. verwebt
  6. verweben
Imperfekt
  1. verwebte
  2. verwebtest
  3. verwebte
  4. verwebten
  5. verwebtet
  6. verwebten
Perfekt
  1. habe verwoben
  2. hast verwoben
  3. hat verwoben
  4. haben verwoben
  5. habt verwoben
  6. haben verwoben
1. Konjunktiv [1]
  1. verwebe
  2. verwebest
  3. verwebe
  4. verweben
  5. verwebet
  6. verweben
2. Konjunktiv
  1. verwebte
  2. verwebtest
  3. verwebte
  4. verwebten
  5. verwebtet
  6. verwebten
Futur 1
  1. werde verweben
  2. wirst verweben
  3. wird verweben
  4. werden verweben
  5. werdet verweben
  6. werden verweben
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verweben
  2. würdest verweben
  3. würde verweben
  4. würden verweben
  5. würdet verweben
  6. würden verweben
Diverses
  1. verweb!
  2. verwebt!
  3. verweben Sie!
  5. verwoben
  6. verwebend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verweben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
interconnect Interconnect
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
interconnect einflechten; einweben; ineinandergreifen; ineinanderschließen; verweben ineinandergreifen; ineinanderschließen
interlace einflechten; einweben; flechten; verflechten; verketten; verschlingen; verweben; zusammenflechten Interlacemodus; reichlich versehen von
interlock einflechten; einweben; ineinandergreifen; ineinanderschließen; verweben ineinandergreifen; ineinanderschließen
intertwine einflechten; einweben; flechten; verflechten; verketten; verschlingen; verweben; zusammenflechten
interweave einflechten; einweben; flechten; ineinandergreifen; ineinanderschließen; verflechten; verketten; verschlingen; verweben; zusammenflechten reichlich versehen von

Synoniemen voor "verweben":


Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0632 seconde
Page rendered in 1.0 seconds