Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal versteift

Vertaal versteift van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. versteift:
  2. versteifen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor versteift (Duits) in het Engels

versteift:

versteift bijvoeglijk naamwoord

  1. versteift (erstarrt; starr)
    grown stiff; rigid; frozen; turned to stone

Vertaal Matrix voor versteift:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frozen erstarrt; starr; versteift eingefroren; gefroren; gekühlt
rigid erstarrt; starr; versteift barsch; brüsk; dickköpfig; eigenbrötlerisch; eigensinnig; eigenwillig; erstarrt; griesgrämig; hauteng; hölzern; knurrig; prall; rauh; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; schneidig; schwerfällig; standhaft; starr; starrköpfig; starrsinnig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; störrisch; trotzig; unbeugsam; unerschütterlich; unverwandt; widerborstig; widerspenstig; widerwillig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grown stiff erstarrt; starr; versteift
turned to stone erstarrt; starr; versteift steinern; versteinert

versteift vorm van versteifen:

versteifen werkwoord (versteife, versteifst, versteift, versteifte, versteiftet, versteift)

  1. versteifen (eindicken; stärken)
    stiffen; to starch
    • stiffen werkwoord
    • starch werkwoord (starchs, starched, starching)
  2. versteifen (stramm machen)
    to tighten; to stretch
    • tighten werkwoord (tightens, tightened, tightening)
    • stretch werkwoord (stretchs, stretched, stretching)
  3. versteifen (erstarren; erfrieren; erhärten; )
    stiffen

Conjugations for versteifen:

Präsens
  1. versteife
  2. versteifst
  3. versteift
  4. versteifen
  5. versteift
  6. versteifen
Imperfekt
  1. versteifte
  2. versteiftest
  3. versteifte
  4. versteiften
  5. versteiftet
  6. versteiften
Perfekt
  1. habe versteift
  2. hast versteift
  3. hat versteift
  4. haben versteift
  5. habt versteift
  6. haben versteift
1. Konjunktiv [1]
  1. versteife
  2. versteifest
  3. versteife
  4. versteifen
  5. versteifet
  6. versteifen
2. Konjunktiv
  1. versteifte
  2. versteiftest
  3. versteifte
  4. versteiften
  5. versteiftet
  6. versteiften
Futur 1
  1. werde versteifen
  2. wirst versteifen
  3. wird versteifen
  4. werden versteifen
  5. werdet versteifen
  6. werden versteifen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde versteifen
  2. würdest versteifen
  3. würde versteifen
  4. würden versteifen
  5. würdet versteifen
  6. würden versteifen
Diverses
  1. versteif!
  2. versteift!
  3. versteifen Sie!
  5. versteift
  6. versteifend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor versteifen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
starch Stärke; Stärkemehl
stretch Aufziehen; Finger spreizen; Straßenabschnitt; Strecke; Teilstrecke
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
starch eindicken; stärken; versteifen
stiffen eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; stärken; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken
stretch stramm machen; versteifen anspannen; aufziehen; ausstrecken; ausweiten; bespannen; beziehen; dehnen; recken; spannen; strecken
tighten stramm machen; versteifen andrehen; anschrauben; anspannen; anstrengen; aufziehen; beziehen; dehnen; festschrauben; schrauben; spannen; strecken; verschärfen

Synoniemen voor "versteifen":


Wiktionary: versteifen

versteifen
verb
  1. unbeweglich werden
  2. reflexiv: auf etwas bestehen
versteifen
verb
  1. to become stiff







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0743 seconde
Page rendered in 1.0 seconds