Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal verloren

Vertaal verloren van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verloren:
  2. verlieren:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verloren (Duits) in het Engels

verloren:

verloren bijvoeglijk naamwoord

  1. verloren (verschwunden; vergangen)
    missing
  2. verloren
    lost
    • lost bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor verloren:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lost verloren verirrt
missing vergangen; verloren; verschwunden davon; verirrt; verschwunden; weg

Synoniemen voor "verloren":


Wiktionary: verloren

verloren
adjective
  1. with location unknown
  2. -

verlieren:

verlieren werkwoord (verliere, verlierst, verliert, verlor, verlort, verloren)

  1. verlieren
    to lose
    – fail to win 1
    • lose werkwoord (loses, lost, losing)
      • We lost the battle but we won the war1
  2. verlieren
    to get lost
    • get lost werkwoord (gets lost, got lost, getting lost)
  3. verlieren (verloren gehen; vermissen; abhanden kommen; unterliegen)
    to lose; to fall through; to get lost
    • lose werkwoord (loses, lost, losing)
    • fall through werkwoord (falls through, fell through, falling through)
    • get lost werkwoord (gets lost, got lost, getting lost)
  4. verlieren (verlegen; loswerden; verschleppen; )
    to lose
    • lose werkwoord (loses, lost, losing)

Conjugations for verlieren:

Präsens
  1. verliere
  2. verlierst
  3. verliert
  4. verlieren
  5. verliert
  6. verlieren
Imperfekt
  1. verlor
  2. verlorst
  3. verlor
  4. verloren
  5. verlort
  6. verloren
Perfekt
  1. habe verloren
  2. hast verloren
  3. hat verloren
  4. haben verloren
  5. habt verloren
  6. haben verloren
1. Konjunktiv [1]
  1. verliere
  2. verlierest
  3. verliere
  4. verlieren
  5. verlieret
  6. verlieren
2. Konjunktiv
  1. verlöre
  2. verlörest
  3. verlöre
  4. verlören
  5. verlört
  6. verlören
Futur 1
  1. werde verlieren
  2. wirst verlieren
  3. wird verlieren
  4. werden verlieren
  5. werdet verlieren
  6. werden verlieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verlieren
  2. würdest verlieren
  3. würde verlieren
  4. würden verlieren
  5. würdet verlieren
  6. würden verlieren
Diverses
  1. verlier!
  2. verliert!
  3. verlieren Sie!
  5. verloren
  6. verlierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verlieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fall through abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen
get lost abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen Tot fallen können; abhauen; abkratzen; abzischen; abzwitschen; anschauen; ansehen; begucken; beschauen; betrachten; entgleisen; inspizieren; mustern; prüfen; schiefgehen; sich aus dem Staub machen; sich verlaufen; sich zum Teufel scheren; untergehen; verschwinden; wegscheren; zugrunde gehen
lose abhanden kommen; abhandenkommen; loswerden; unterliegen; verlegen; verlieren; verloren gehen; verlorengehen; vermissen; verschleppen; wegschaffen abhanden kommen; beim Spielen verlieren; verloren gehen; vermissen; verscherzen; verspielen; verwirken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
get lost in die Brüche; kaputt
loose beweglich; locker; lose; mobil; nicht fest; pulverartig; transportabel; transportfähig; transportierbar; umfangreich; undiszipliniert; versetzbar; viel umfassend; weit; weitgehend

Synoniemen voor "verlieren":

  • totlaufen; im Leeren verlaufen; im Nichts verlaufen; im Sande verlaufen; nicht voran kommen; versanden
  • verlaufen
  • abkacken; benachteiligt werden; das Nachsehen haben; den Kürzeren ziehen; in die Röhre gucken; in die Röhre schauen; leer ausgehen; nichts abbekommen; unterliegen
  • verlustig gehen; einbüßen; verbummeln; verdusseln; verklüngeln; verkramen; verlegen; verschlampen; verschludern; verschmeißen; verschusseln

Wiktionary: verlieren

verlieren
verb
  1. etwas irgendwo hinlegen und es später nicht mehr wiederfinden
    • verlieren → lose
  2. -
verlieren
verb
  1. fail to be the winner
  2. have (somebody of one's kin) die
  3. (transitive) fail to win
  4. shed (weight)
  5. cause (something) to cease to be in one's possession or capability
Cross Translation:
FromToVia
• verlieren → lose ↔ verliezen — iets kwijt raken
• verlieren → lose ↔ kwijtraken — niet meer weten waar iets is
• verlieren → waste ↔ gaspiller — Perdre une unité mesurable tel le temps, l'argent.
• verlieren → lose ↔ paumer — (familier, fr) perdre, égarer.
• verlieren → lose ↔ perdre — Être privé de quelque chose qu’on avait, qu’on possédait.
• verlieren → lose ↔ perdre — Être privé d’un avantage, d’un profit.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van verloren







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0657 seconde
Page rendered in 1.0 seconds