Vergänglich in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

vergänglich:
- evanescent; transient; perishing; volatile; transitory; temporary; fleeting; passing; momentary; perfunctory; superficial; of short duration; brief; close; casual; current; empty; null; short; informal; cursory; poor
Wiktionary:
- vergänglich → ephemeral, perishable, transient
- vergänglich → fleeting, short-lived, ephemeral

Duits

Uitgebreide vertaling voor vergänglich (Duits) in het Engels

vergänglich:

vergänglich bijvoeglijk naamwoord

vergänglich (zeitlich)
evanescent; transient; perishing; volatile; transitory; temporary; fleeting; passing; momentary; perfunctory; superficial; of short duration; brief; close; casual; current; empty; null; short; informal; cursory
- evanescent bijvoeglijk naamwoord
- transient bijvoeglijk naamwoord
- perishing bijvoeglijk naamwoord
- volatile bijvoeglijk naamwoord
- transitory bijvoeglijk naamwoord
- temporary bijvoeglijk naamwoord
- fleeting bijvoeglijk naamwoord
- passing bijvoeglijk naamwoord
- momentary bijvoeglijk naamwoord
- perfunctory bijvoeglijk naamwoord
- superficial bijvoeglijk naamwoord
- of short duration bijvoeglijk naamwoord
- brief bijvoeglijk naamwoord
- close bijvoeglijk naamwoord
- casual bijvoeglijk naamwoord
- current bijvoeglijk naamwoord
- empty bijvoeglijk naamwoord
- null bijvoeglijk naamwoord
- short bijvoeglijk naamwoord
- informal bijvoeglijk naamwoord
- cursory bijvoeglijk naamwoord
vergänglich (dürftig; spärlich; schmächtig; miserabel; empfindlich; knapp; klein; schwach; winzig; geringfügig; sparsam; mager; hager; kläglich; eng; fein; schlecht; gering; hohl; dünn; öde; karg; hinfällig; schlapp; hilflos; schlaff; schäbig; handlich; unscheinbar; ungültig; zerbrechlich; flau; schütter; nichtig; gedrungen; grundlos; kärglich; schadhaft; gebrechlich; schwächlich; kränklich; sehrklein)
poor
- poor bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor vergänglich:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
current		Elektrizität; Energie; Jähzorn; Meereströmung; Strom; Stromstärke; Thermik; Treibstrom; elektrischer Strom
passing		Verfallen; Verstreichen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brief		anlernen; anweisen; beibringen; belehren; benachrichtigen; dozieren; einpauken; einprägen; einstudieren; einweisen; einüben; erlernen; erziehen; instruieren; lehren; lernen; proben; unterrichten; unterweisen
close		abdichten; abschliessen; abschließen; isolieren; schließen; sperren; verriegeln; verschließen; versperren; zudrehen; zufallen; zumachen; zuschliessen; zuschnappen; zusperren
empty		Wasser abführen; Wasser ableiten; abräumen; aus dem Weg räumen; ausgießen; ausheben; ausleeren; ausmisten; ausnehmen; auspressen; ausräumen; ausscheiden; ausschütten; ausstoßen; austrinken; einleiten; entleeren; herausnehmen; leer trinken; leeren; leermachen; plündern; räumen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brief	vergänglich; zeitlich	bündig; flüchtig; kurz; kurzgefaßt; summarisch
casual	vergänglich; zeitlich	beiläufig; flüchtig; informell; inoffiziell; spielerisch; unverbindlich
current	vergänglich; zeitlich	aktuell; alltäglich; augenblicklich; augenblickliche; gebräuchlich; gegenwärtig; gewöhnlich; gängig; herkömmlich; heutig; monentele; zeitgemäß; zeitgenössisch; üblich
cursory	vergänglich; zeitlich	flüchtig; oberflächlich
empty	vergänglich; zeitlich	blanko; frei; geistlos; hohl; inhaltslos; ledig; leer; nichtssagend; offen; ohne Inhalt; unausgefüllt; unbesetzt
evanescent	vergänglich; zeitlich
fleeting	vergänglich; zeitlich
informal	vergänglich; zeitlich	informell; inoffiziell; unverbindlich
momentary	vergänglich; zeitlich	augenblicklich; augenblickliche; monentele
null	vergänglich; zeitlich	; minimal; nichtig; ungültig
perfunctory	vergänglich; zeitlich	flüchtig; oberflächlich
poor	dünn; dürftig; empfindlich; eng; fein; flau; gebrechlich; gedrungen; gering; geringfügig; grundlos; hager; handlich; hilflos; hinfällig; hohl; karg; klein; kläglich; knapp; kränklich; kärglich; mager; miserabel; nichtig; schadhaft; schlaff; schlapp; schlecht; schmächtig; schwach; schwächlich; schäbig; schütter; sehrklein; sparsam; spärlich; ungültig; unscheinbar; vergänglich; winzig; zerbrechlich; öde	abgespannt; arm; armselig; armutig; bedürftig; bäuerisch; dünn; dürftig; dürr; eckig; elend; empfindlich; eng; entspannt; flau; flegelhaft; gebrechlich; gering; geringfügig; grob; grobschlächtig; hager; hilflos; hinfällig; kantig; karg; knapp; kraftlos; krankhaft; kränklich; kärglich; lahm; lasch; lustlos; lästig; minderwertig; mittellos; mittelmäßig; mißlich; mäßig; nicht sehr gut; niedrig; notleidend; schal; schlacksig; schlaff; schlapp; schlecht; schlottrig; schmächtig; schofel; schwach; schwerfällig; schwächlich; schäbig; stelzbeinig; stümperhaft; taktlos; tapprig; tapsig; trocken; täppisch; tölpelhaft; umbequem; unansehnlich; unbedeutend; unbehaglich; unbeholfen; unbemittelt; unfruchtbar; unfähig; ungeeignet; ungehobelt; ungelenk; ungenügend; ungeschickt; ungeschlacht; unhandlich; unpassend; untauglich; untergeordnet; unzureichend; verlottert; verludert; weich; welk; winzig; wässerig; zerlumpt; zweitklassig; zweitrangig; ärmlich; öde
short		klein; knapp; minderwertig; unter dem Mindestmaß; winzig; äußerst klein
superficial	vergänglich; zeitlich	flüchtig; oberflächlich
temporary	vergänglich; zeitlich	aushilfsweise; befristet; fungierend; provisorisch; stellvertretend; temporal; temporär; vorübergehend; zeitlich; zeitliche; zeitweilig
transient	vergänglich; zeitlich
transitory	vergänglich; zeitlich
volatile	vergänglich; zeitlich
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
close		dicht; eng; in-der-Nähe; knapp; nah; nahe; naheliegend
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
close	vergänglich; zeitlich	an etwas hängend; bedrängt; beklemmt; dumpf; eben; egal; etwas zugetan sein; flach; gleich; haarscharf; hart; platt
of short duration	vergänglich; zeitlich
passing	vergänglich; zeitlich	beiläufig; flüchtig
perishing	vergänglich; zeitlich
short	vergänglich; zeitlich	barsch; brüsk; schroff

Synoniemen voor "vergänglich":

ephemer; flüchtig; kurzlebig; schnelllebig; transitorisch
verderblich
mortal; sterblich

Wiktionary: vergänglich

vergänglich

adjective

lasting for a short period of time
- ephemeral → flüchtig; kurzlebig; vergänglich
liable to perish
- perishable → verderblich; leichtverderblich; vergänglich
passing or disappearing with time; transitory
- transient → vergänglich

Cross Translation:

From	To	Via
• vergänglich	→ fleeting; short-lived; ephemeral	↔ éphémère — Tout ce qui n’a qu’une très courte durée.

Remove Ads

Vertaal vergänglich van Duits naar Engels

Uitgebreide vertaling voor vergänglich (Duits) in het Engels

vergänglich:

vergänglich bijvoeglijk naamwoord

vergänglich (zeitlich)

Vertaal Matrix voor vergänglich:

Synoniemen voor "vergänglich":

Wiktionary: vergänglich