Duits
Uitgebreide vertaling voor veraltet (Duits) in het Engels
veraltet:
-
veraltet (altmodisch; unmodern; altertümlich; altväterisch)
obsolete; outdated; old fashioned; ancient; out of date; outmoded; not modern-
obsolete bijvoeglijk naamwoord
-
outdated bijvoeglijk naamwoord
-
old fashioned bijvoeglijk naamwoord
-
ancient bijvoeglijk naamwoord
-
out of date bijvoeglijk naamwoord
-
outmoded bijvoeglijk naamwoord
-
not modern bijvoeglijk naamwoord
-
-
veraltet (verschlissen; abgenutzt; abgelebt)
decrepit; worn out; worn; worn with age; kicked off-
decrepit bijvoeglijk naamwoord
-
worn out bijvoeglijk naamwoord
-
worn bijvoeglijk naamwoord
-
worn with age bijvoeglijk naamwoord
-
kicked off bijvoeglijk naamwoord
-
-
veraltet
deprecated– Pertaining to a software feature or programming object that is outdated and should not be used. A deprecated item is currently supported for backward compatibility, but it might become obsolete and unsupported in the future. 1-
deprecated bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor veraltet:
Synoniemen voor "veraltet":
Wiktionary: veraltet
veraltet
veraltet
Cross Translation:
adjective
-
no longer in use
-
old-fashioned, refusing to change or update
-
anachronistic
-
out of date
-
not current
-
old-fashioned or antiquated
-
old fashioned
-
too old to be used
-
out of date, old-fashioned, antiquated
-
no longer new or interesting
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • veraltet | → ancient; archaic | ↔ archaïque — désuet (1) : |
| • veraltet | → obsolete; stale | ↔ périmé — Caduc, désuet, suranné. |
| • veraltet | → stale | ↔ rassis — no longer new or interesting |
veraltet vorm van veralten:
Conjugations for veralten:
Präsens
- veralte
- veraltet
- veraltet
- veralten
- veraltet
- veralten
Imperfekt
- veraltete
- veraltetest
- veraltete
- veralteten
- veraltetet
- veralteten
Perfekt
- bin veraltet
- bist veraltet
- ist veraltet
- sind veraltet
- seid veraltet
- sind veraltet
1. Konjunktiv [1]
- veralte
- veraltest
- veralte
- veralten
- veraltet
- veralten
2. Konjunktiv
- veraltete
- veraltetest
- veraltete
- veralteten
- veraltetet
- veralteten
Futur 1
- werde veralten
- wirst veralten
- wird veralten
- werden veralten
- werdet veralten
- werden veralten
1. Konjunktiv [2]
- würde veralten
- würdest veralten
- würde veralten
- würden veralten
- würdet veralten
- würden veralten
Diverses
- veralt!
- veraltet!
- veralten Sie!
- veraltet
- veraltend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor veralten:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| grow old | abtakeln; altern; veralten |
Wiktionary: veralten
veralten
Cross Translation:
verb
-
meist auf Gegenstände und Abstraktum bezogen: alt werden, an Alter zunehmen, gewinnen; einem Prozess der Alterung unterworfen sein
- veralten → obsolesce; to become obsolete
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • veralten | → date | ↔ verouderen — uit de mode raken |