Duits
Uitgebreide vertaling voor unzusammenhängend (Duits) in het Engels
unzusammenhängend:
-
unzusammenhängend (folgewidrig; inkonsequent; nicht folgerichtig)
inconsistent; incoherent; ambivalent; uncorrelated; contradictory; incompatible; disconnected; clashing; conflicting-
inconsistent bijvoeglijk naamwoord
-
incoherent bijvoeglijk naamwoord
-
ambivalent bijvoeglijk naamwoord
-
uncorrelated bijvoeglijk naamwoord
-
contradictory bijvoeglijk naamwoord
-
incompatible bijvoeglijk naamwoord
-
disconnected bijvoeglijk naamwoord
-
clashing bijvoeglijk naamwoord
-
conflicting bijvoeglijk naamwoord
-