Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. unsportlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unsportlich (Duits) in het Engels

unsportlich:

unsportlich bijvoeglijk naamwoord

  1. unsportlich (unlauter; unfair)
    unsporting; unsportsmanlike; unfair

Vertaal Matrix voor unsportlich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
unfair unfair; unlauter; unsportlich grundlos; unberechtigt; unbillig; unehrlich; unfair; ungerecht; unlauter; unverdient
unsporting unfair; unlauter; unsportlich
unsportsmanlike unfair; unlauter; unsportlich

Synoniemen voor "unsportlich":


Wiktionary: unsportlich

unsportlich
adjective
  1. violating the accepted standards of sportsmanship