Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- unordentlich:
-
Wiktionary:
- unordentlich → untidy, messy, disorderly, dishevelled
Duits
Uitgebreide vertaling voor unordentlich (Duits) in het Engels
unordentlich:
-
unordentlich (schlampig; schlottrig)
-
unordentlich (ungeregelt; chaotisch; ungeordnet; nachlässig; schlampig; unregelmäßig; durcheinander; zerzaust)
-
unordentlich (chaotisch; ungeordnet; durcheinander; ungeregelt)
chaotic; disorderly; littered-
chaotic bijvoeglijk naamwoord
-
disorderly bijvoeglijk naamwoord
-
littered bijvoeglijk naamwoord
-
-
unordentlich (chaotisch; ungeordnet; wüst)
-
unordentlich (asozial; ungeordnet; ungeregelt; durcheinander; chaotisch)
-
unordentlich (schlottrig; schlampig)
baggy; slatternly; slovenly; grubby-
baggy bijvoeglijk naamwoord
-
slatternly bijvoeglijk naamwoord
-
slovenly bijvoeglijk naamwoord
-
grubby bijvoeglijk naamwoord
-
-
unordentlich (ungeordnet; chaotisch; nicht organisiert)
disorderly; disorganized; untidy; disorganised-
disorderly bijvoeglijk naamwoord
-
untidy bijvoeglijk naamwoord
-
-
unordentlich (durcheinander; fahrlässig; zerzaust; schlampig; kunterbunt; sorglos; unachtsam)
disorderly; mixed up; pell mell; confused-
disorderly bijvoeglijk naamwoord
-
mixed up bijvoeglijk naamwoord
-
pell mell bijvoeglijk naamwoord
-
confused bijvoeglijk naamwoord
-
-
unordentlich (unbändig; zerzaust; chaotisch; verwildert)
disorederly; wild; lawless; undisciplined-
disorederly bijvoeglijk naamwoord
-
wild bijvoeglijk naamwoord
-
lawless bijvoeglijk naamwoord
-
undisciplined bijvoeglijk naamwoord
-
-
unordentlich (schlampig; schmutzig; sorglos; nachlässig; schmierig; schlottrig)
-
unordentlich (nicht organisiert; chaotisch; ungeordnet)
Vertaal Matrix voor unordentlich:
Synoniemen voor "unordentlich":
Wiktionary: unordentlich
unordentlich
adjective
unordentlich
-
nicht ordentlich; ohne Ordnung
adjective
-
not in order
-
untidy in appearance
-
sloppy