Duits
Uitgebreide vertaling voor ungebraucht (Duits) in het Engels
ungebraucht:
-
ungebraucht (gerade gekauft; neu; unversehrt; unbenutzt)
-
ungebraucht (unbenutzt; ungerührt; unbewegt; neu; unangetastet; rein; ledig; leer; heil; frisch; gleichgültig; gelassen; unversehrt; intakt; unberührt; nichtig; freistehend; ungekünstelt; ungekürzt)
unused; unbroached; untouched; unopened; fresh-
unused bijvoeglijk naamwoord
-
unbroached bijvoeglijk naamwoord
-
untouched bijvoeglijk naamwoord
-
unopened bijvoeglijk naamwoord
-
fresh bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ungebraucht:
Synoniemen voor "ungebraucht":
Wiktionary: ungebraucht
ungebraucht
adjective
-
not used
Computer vertaling door derden: