Duits
Uitgebreide vertaling voor unfrei (Duits) in het Engels
unfrei:
-
unfrei (gezwungen; verbindlich; verpflichtet; obligatorisch)
restrained; committed; tied; not free-
restrained bijvoeglijk naamwoord
-
committed bijvoeglijk naamwoord
-
tied bijvoeglijk naamwoord
-
not free bijvoeglijk naamwoord
-
-
unfrei (gebunden; gezwungen)
Vertaal Matrix voor unfrei:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bound | Begrenzung; Grenze | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bound | begrenzen; beschränken; eindämmen; einschränken | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bound | gebunden; gezwungen; unfrei | erforderlich; gebunden; gezwungen; obligatorisch; ordnungsgemäß; reglementarisch; verbindlich; verpflichtet; vorschriftsmäßig |
committed | gebunden; gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet | erforderlich; gezwungen; hingebungsvoll; obligatorisch; ordnungsgemäß; reglementarisch; unfreiwillig; verbindlich; verpflichtet; vorschriftsmäßig; zwangsmässig |
restrained | gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet | befangen; schüchtern; verlegen |
tied | gebunden; gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet | gezwungen; unfreiwillig; verpflichtet; zwangsmässig |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
not free | gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet |