Duits
Uitgebreide vertaling voor unfair (Duits) in het Engels
unfair:
-
unfair (ungerecht; unberechtigt; unverdient; unbillig; unlauter)
unjust; undeserved; unfair; dishonest-
unjust bijvoeglijk naamwoord
-
undeserved bijvoeglijk naamwoord
-
unfair bijvoeglijk naamwoord
-
dishonest bijvoeglijk naamwoord
-
-
unfair (unsportlich; unlauter)
unsporting; unsportsmanlike; unfair-
unsporting bijvoeglijk naamwoord
-
unsportsmanlike bijvoeglijk naamwoord
-
unfair bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor unfair:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dishonest | unberechtigt; unbillig; unfair; ungerecht; unlauter; unverdient | grundlos; in böser absicht; malafide; unbillig; unehrlich; ungerecht |
undeserved | unberechtigt; unbillig; unfair; ungerecht; unlauter; unverdient | ungerecht; unverdient |
unfair | unberechtigt; unbillig; unfair; ungerecht; unlauter; unsportlich; unverdient | grundlos; unbillig; unehrlich; ungerecht |
unjust | unberechtigt; unbillig; unfair; ungerecht; unlauter; unverdient | grundlos; unbillig; unehrlich; ungerecht; unverdient |
unsporting | unfair; unlauter; unsportlich | |
unsportsmanlike | unfair; unlauter; unsportlich |
Synoniemen voor "unfair":
Computer vertaling door derden: