Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- unendlich:
-
Wiktionary:
- unendlich → infinite, endless
- unendlich → infinite, everlasting, endless, indefinite, interminable, perpetual, eternal, constant, invariable, inveterate
Duits
Uitgebreide vertaling voor unendlich (Duits) in het Engels
unendlich:
-
unendlich (ellenlang; grenzenlos; langedauernd; endlos; jahrelang; lang; ewig; unübersehbar; langwierig; unabsehbar)
infinite; never-ending; endless; perpetual; incessant; interminable; everlasting; eternal; lengthy; unending; very long-
infinite bijvoeglijk naamwoord
-
never-ending bijvoeglijk naamwoord
-
endless bijvoeglijk naamwoord
-
perpetual bijvoeglijk naamwoord
-
incessant bijvoeglijk naamwoord
-
interminable bijvoeglijk naamwoord
-
everlasting bijvoeglijk naamwoord
-
eternal bijvoeglijk naamwoord
-
lengthy bijvoeglijk naamwoord
-
unending bijvoeglijk naamwoord
-
very long bijvoeglijk naamwoord
-
-
unendlich (uneingeschränkt; unbegrenzt; unlimitiert; unbeschränkt; endlos; grenzenlos)
unlimited; infinite; unbounded; indefinitely; unrestricted-
unlimited bijvoeglijk naamwoord
-
infinite bijvoeglijk naamwoord
-
unbounded bijvoeglijk naamwoord
-
indefinitely bijwoord
-
unrestricted bijvoeglijk naamwoord
-
-
unendlich (unermeßlich; endlos; grenzenlos; abgrundtief)
directionless-
directionless bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor unendlich:
Synoniemen voor "unendlich":
Wiktionary: unendlich
unendlich
Cross Translation:
adjective
unendlich
-
nicht begrenzt, von nicht absehbarem Ausmaß
- unendlich → infinite
-
Mathematik, Mengenlehre: so viele Elemente umfassend, dass ihre Anzahl nicht mehr mit einer natürliche Zahl dargestellt werden kann
- unendlich → infinite
-
Mathematik: über allen Maßen wachsend, im engeren Sinn: größer ist als jede reelle Zahl
- unendlich → infinite
adjective
-
-
-
boundless, endless
-
number larger than any given number
-
indefinite
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• unendlich | → infinite | ↔ oneindig — zonder einde |
• unendlich | → infinite; everlasting; endless; indefinite; interminable | ↔ infini — Qui n’a ni commencement ni fin, qui est sans bornes et sans limites. |
• unendlich | → perpetual; everlasting; eternal; constant; invariable; inveterate; endless; indefinite; infinite; interminable | ↔ perpétuel — Qui ne cesser pas ; qui durer toujours. |