Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- typisch:
-
Wiktionary:
- typisch → typical, generic, characteristic, real
- typisch → characteristic, typical, average, classic, representative
Duits
Uitgebreide vertaling voor typisch (Duits) in het Engels
typisch:
-
typisch (charakteristisch; charakterisierend; kennzeichnend; bezeichnend; eigenartig; einheimisch; spezifisch; eigen; treffend; eigentümlich)
characteristic; typical; distinctive-
characteristic bijvoeglijk naamwoord
-
typical bijvoeglijk naamwoord
-
distinctive bijvoeglijk naamwoord
-
-
typisch (typisch für; teil; es liegt in der Art)
-
typisch (bezeichnend; kennzeichnend)
-
typisch (kennzeichnend; treffend)
characteristic; characterizing; typical-
characteristic bijvoeglijk naamwoord
-
characterizing bijvoeglijk naamwoord
-
typical bijvoeglijk naamwoord
-
-
typisch (beschreibend; bezeichnend; kennzeichnend; charakterisierend)
describing-
describing bijvoeglijk naamwoord
-
-
typisch (kennzeichnend; bezeichnend)
characterizing-
characterizing bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor typisch:
Synoniemen voor "typisch":
Wiktionary: typisch
typisch
Cross Translation:
adjective
typisch
-
-
- typisch → typical
adjective
-
very comprehensive
-
being a distinguishing feature of a person or thing
-
that is an exemplary or pungent instance of a class or type
-
Capturing the overall sense of a thing
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• typisch | → characteristic; typical | ↔ typisch — kenmerkend |
• typisch | → typical; average; classic; representative | ↔ représentatif — Qui représenter. |