Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal trielen

Vertaal trielen van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. trielen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor trielen (Duits) in het Engels

trielen:

trielen werkwoord

  1. trielen (sabbern; sabbeln; geifern)
    to slobber; to dribble; to jabber; to drone on; to waffle; to slaver; to babble; to talk rubbish; to blab; to prattle; to gab; to chat; to talk crap; to prattle on; to chatter
    • slobber werkwoord (slobbers, slobbered, slobbering)
    • dribble werkwoord (dribbles, dribbled, dribbling)
    • jabber werkwoord (jabbers, jabbered, jabbering)
    • drone on werkwoord (drones on, droned on, droning on)
    • waffle werkwoord (waffles, waffled, waffling)
    • slaver werkwoord (slavers, slavered, slavering)
    • babble werkwoord (babbles, babbled, babbling)
    • talk rubbish werkwoord (talks rubbish, talked rubbish, talking rubbish)
    • blab werkwoord (blabs, blabbed, blabbing)
    • prattle werkwoord (prattles, prattled, prattling)
    • gab werkwoord (gabs, gabbed, gabbing)
    • chat werkwoord (chats, chated, chating)
    • talk crap werkwoord (talks crap, talked crap, talking crap)
    • prattle on werkwoord (prattles on, prattled on, prattling on)
    • chatter werkwoord (chatters, chattered, chattering)

Vertaal Matrix voor trielen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babble Anschwärzung; Einkalkulierung; Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatze; Tratsch; Unsinn; Verleumdung; Wäscherei
chat Aussprache; Chat; Geklatsch; Geplapper; Geplauder; Gerede; Geschwätz; Gespräch; Getratsch; Klatschen; Konversation; Plauderei; Schwatz; Tratsch; Unterredung
chatter Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Schwatze; Tratsch; Unsinn; Wäscherei
jabber Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch; Kauderwelsch; Klatschen; Schwatz; Schwatze; Schwatzerei; Tratsch; Unsinn; Wäscherei
prattle Anschwärzung; Einkalkulierung; Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Schwatzerei; Verleumdung; Wäscherei
slaver Sklavenschiff
slobber Geifer; Sabber; Schleim; Speichel
waffle Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Schwatz; Schwatzerei; Waffel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babble geifern; sabbeln; sabbern; trielen babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; klatschen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen
blab geifern; sabbeln; sabbern; trielen angeben; anzeigen; ausdrücken; ausplappern; ausplaudern; ausposaunen; ausschwatzen; austragen; babbeln; bemerken; berichten; brabbeln; deklamieren; denunzieren; dummes Zeug verkaufen; durchsagen; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herausplappern; herausplatzen; herumerzählen; hinterbringen; klatschen; kommunizieren; konversieren; mitteilen; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; sprechen; stecken; tratschen; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen; äußern; übertragen
chat geifern; sabbeln; sabbern; trielen ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; brabbeln; chatten; deklamieren; dummes Zeug verkaufen; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; sprechen; staken; tratschen; weitererzählen; äußern
chatter geifern; sabbeln; sabbern; trielen ausdrücken; babbeln; bemerken; berichten; brabbeln; deklamieren; dummes Zeug verkaufen; eine Aussage machen; erzählen; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern
dribble geifern; sabbeln; sabbern; trielen abtropfen; auslecken; trippeln; tänzeln
drone on geifern; sabbeln; sabbern; trielen
gab geifern; sabbeln; sabbern; trielen babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; klatschen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen
jabber geifern; sabbeln; sabbern; trielen babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; faseln; glucksen; heraussprudeln; klatschen; leiern; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen
prattle geifern; sabbeln; sabbern; trielen babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; klatschen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen
prattle on geifern; sabbeln; sabbern; trielen babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; klatschen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen
slaver geifern; sabbeln; sabbern; trielen geifern; schleimen
slobber geifern; sabbeln; sabbern; trielen geifern; schleimen
talk crap geifern; sabbeln; sabbern; trielen babbeln; brabbeln; drauflos reden; dummes Zeug verkaufen; klatschen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen
talk rubbish geifern; sabbeln; sabbern; trielen babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; klatschen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen
waffle geifern; sabbeln; sabbern; trielen faseln; faulenzen; quatschen; schwafeln; trödeln; verzögern; zögern
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jabber kauderwelsch

Wiktionary: trielen

trielen
verb
  1. süddeutsch: Speichel aus dem Mund rinnen lassen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0494 seconde
Page rendered in 1.0 seconds