Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. traulich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor traulich (Duits) in het Engels

traulich:

traulich bijvoeglijk naamwoord

  1. traulich (gemütlich; vertraulich; intim; vertraut)
    confidential; private; intimate

Vertaal Matrix voor traulich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intimate Vertraute
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intimate aufwerfen; erklären; sein Meinung geben; vorschlagen; zur Rede bringen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
confidential gemütlich; intim; traulich; vertraulich; vertraut intim; vertraulich; vertraut
intimate gemütlich; intim; traulich; vertraulich; vertraut familiär; intim; vertraulich; vertraut
private gemütlich; intim; traulich; vertraulich; vertraut ausgewählt; eigen; ergeben; geschlossen; intim; lieb; persönlich; privat; teuer; vertraulich; vertraut; wert

Wiktionary: traulich

traulich
adjective
  1. gehoben: Wohlbehagen erweckend, gemütlich
  2. veraltet: sehr freundschaftlich, offenherzig