Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. stechend:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor stechend (Duits) in het Engels

stechend:

stechend bijvoeglijk naamwoord

  1. stechend (irritierend)
    provocating; irritating
  2. stechend
    smarting
  3. stechend
    burrowing
  4. stechend (stachlig)
    stinging; cutting

Vertaal Matrix voor stechend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burrowing Getreibe; Gewühl
cutting Ausgeschnittene; Kupieren; Schneiden; Schnipsel; Schnitzen; Schuß; Schößling; Sproß; Sprößling; Trieb; schneidender Schmerz
stinging Stechen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
irritating nerven
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cutting stachlig; stechend beißend; bissig; mit schneidender Stimme; scharf; schneidend; spitzig
irritating irritierend; stechend beschwerlich; irritierend; sauer; störend; unangenehm; ärgerlich
stinging stachlig; stechend anzüglich; beißend; bissig; gehässig; mit schneidender Stimme; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burrowing stechend
provocating irritierend; stechend
smarting stechend

Synoniemen voor "stechend":


Wiktionary: stechend

stechend
adjective
  1. having a strong odour
  2. intense and sudden (of pain)
  3. able to sting