Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
schwer:
- heavy; filling; rich; oppressive; burdensome; oppressing; dreadful; dull; boring; unpleasant; inconvenient; awkward; annoying; bothersome; unwelcome; disagreeable; frequently; often; many times; aggravating; troublesome; precarious; critical; delicate; perilous; touchy; considerable; enormous; substantial; remarkable; conspicuous; notable; great; striking; respectable; vast; large; big; tall; hefty; stocky; heavily-built; big-boned; tremendous; huge; terrible; massive; robust; burly; heavily built; sturdy; irksome; galling; agressive; violent; offensive
- at large extent; enormous; vast; great; big; tall
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor schwer (Duits) in het Engels
schwer:
-
schwer (schwerverdaulich; fett)
-
schwer (mit ein großes Gewicht)
heavy; oppressive; burdensome; oppressing-
heavy bijvoeglijk naamwoord
-
oppressive bijvoeglijk naamwoord
-
burdensome bijvoeglijk naamwoord
-
oppressing bijvoeglijk naamwoord
-
-
schwer (öde; schwerlich; lästig; sauer; schwierig; unangenehm; langweilig; mies; hinderlich; beschwerlich; problematisch; unbequem; mühsam)
-
schwer (unangenehm; störend; lästig; unbequem; kaltherzig)
unpleasant; inconvenient; awkward; annoying; bothersome; unwelcome; disagreeable-
unpleasant bijvoeglijk naamwoord
-
inconvenient bijvoeglijk naamwoord
-
awkward bijvoeglijk naamwoord
-
annoying bijvoeglijk naamwoord
-
bothersome bijvoeglijk naamwoord
-
unwelcome bijvoeglijk naamwoord
-
disagreeable bijvoeglijk naamwoord
-
-
schwer (häufig; regelmäßig; viel; mehrmals; frequent; mehrfach; wiederholt; hoch; turnusmäßig; stark; gleichmäßig; haufenweise)
-
schwer (hinderlich; störend; unangenehm; schwierig; lästig; unbequem)
inconvenient; annoying; bothersome; aggravating; troublesome-
inconvenient bijvoeglijk naamwoord
-
annoying bijvoeglijk naamwoord
-
bothersome bijvoeglijk naamwoord
-
aggravating bijvoeglijk naamwoord
-
troublesome bijvoeglijk naamwoord
-
-
schwer (prekär; lästig; schwierig; schlimm; heikel; mißlich; furchtbar; unbequem; unangenehm; brenzlig; peinlich; gefährlich; drohend; beschwerlich; hinderlich; delikat; zudringlich; feindlich; unbestimmt; bedrohlich; aufdringlich; verfänglich; mäkelig)
precarious; critical; delicate; perilous; touchy-
precarious bijvoeglijk naamwoord
-
critical bijvoeglijk naamwoord
-
delicate bijvoeglijk naamwoord
-
perilous bijvoeglijk naamwoord
-
touchy bijvoeglijk naamwoord
-
-
schwer (bedeutend; ziemlich; sichtbar; riesig; beträchtlich; erheblich; beachtenswert; ansehnlich; bemerkenswert; hervorspringend)
considerable; enormous; substantial; remarkable; conspicuous; notable; great; striking; respectable; vast; large; big; tall-
considerable bijvoeglijk naamwoord
-
enormous bijvoeglijk naamwoord
-
substantial bijvoeglijk naamwoord
-
remarkable bijvoeglijk naamwoord
-
conspicuous bijvoeglijk naamwoord
-
notable bijvoeglijk naamwoord
-
great bijvoeglijk naamwoord
-
striking bijvoeglijk naamwoord
-
respectable bijvoeglijk naamwoord
-
vast bijvoeglijk naamwoord
-
large bijvoeglijk naamwoord
-
big bijvoeglijk naamwoord
-
tall bijvoeglijk naamwoord
-
-
schwer (grob; rüde; ungeschliffen; schroff; derb)
hefty; stocky; heavily-built; big-boned-
hefty bijvoeglijk naamwoord
-
stocky bijvoeglijk naamwoord
-
heavily-built bijvoeglijk naamwoord
-
big-boned bijvoeglijk naamwoord
-
-
schwer (schwerverdaulich; fett; ungeheuer; großartig; energisch; stark; scharf; gewaltig; mächtig; enorm; herrschaftlich; kolossal; formidabel)
tremendous; huge; terrible-
tremendous bijvoeglijk naamwoord
-
huge bijvoeglijk naamwoord
-
terrible bijvoeglijk naamwoord
-
-
schwer (robust; massiv; hart; stark; kräftig; stabil; stramm; forsch; stämmig; klotzig)
massive; robust; burly; heavily built; sturdy-
massive bijvoeglijk naamwoord
-
robust bijvoeglijk naamwoord
-
burly bijvoeglijk naamwoord
-
heavily built bijvoeglijk naamwoord
-
sturdy bijvoeglijk naamwoord
-
-
schwer (drückend)
burdensome; irksome; galling; heavy-
burdensome bijvoeglijk naamwoord
-
irksome bijvoeglijk naamwoord
-
galling bijvoeglijk naamwoord
-
heavy bijvoeglijk naamwoord
-
-
schwer (aggressiv; gewalttätig; gewaltsam; rüde; brutal; wild; stürmisch; struppig; stark; roh; scharf; schroff; störrisch; unsanft; ungestüm; zottig; unzart; stoppelig; zutäppisch)
Vertaal Matrix voor schwer:
Synoniemen voor "schwer":
Wiktionary: schwer
schwer
Cross Translation:
adjective
schwer
-
ein hohes Gewicht besitzend
- schwer → heavy
-
stark ausgeprägt (von negativen Dingen)
-
Eigenschaft von etwas, das nur mit großem Wissen, großen Fähigkeiten ausgeführt werden kann
-
von großen Mühen und Entbehrungen gekennzeichnet
- schwer → hard
-
(umgangssprachlich), redensartlich für sehr
- schwer → a damn lot
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schwer | → difficult | ↔ moeilijk — niet gemakkelijk, waar moeite, geduld en inspanning voor vereist is |
• schwer | → heavy | ↔ looiig — van groot gewicht |
• schwer | → heavy | ↔ zwaar — van groot gewicht |
• schwer | → stuffing; filling | ↔ bourratif — Qui bourre, très nourrissant, riche en calories, voire indigeste. |
• schwer | → difficult; hard; inconvenient; tough; arduous | ↔ difficile — Non facile, qui nécessite un grand effort. |
• schwer | → with difficulty | ↔ difficilement — Avec difficulté |
• schwer | → hard; difficult; inconvenient; tough; arduous | ↔ dur — Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer. |
• schwer | → heavy | ↔ lourd — Dont le poids est élevé (sens général) |
• schwer | → powerful; mighty; potent; strong; vigorous; forceful; tough; stallwart; puissant | ↔ puissant — Qui a beaucoup de pouvoir. |
• schwer | → heavily | ↔ épais — Avec densité, d’une manière serrée. |