Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. schwabbeln:


Duits

Uitgebreide vertaling voor schwabbeln (Duits) in het Engels

schwabbeln:

schwabbeln werkwoord

  1. schwabbeln
    to tremble; to throb; to palpitate
    • tremble werkwoord (trembles, trembled, trembling)
    • throb werkwoord (throbs, throbbed, throbbing)
    • palpitate werkwoord (palpitates, palpitated, palpitating)

Vertaal Matrix voor schwabbeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tremble Schlottern; Zittern
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
palpitate schwabbeln
throb schwabbeln
tremble schwabbeln beben; bibbern; einen Schreck einjagen; erschrecken; erschüttern; flimmern; frösteln; hin und her bewegen; schockieren; schütteln; stoßen; vibrieren; zittern; zucken