Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. schrill:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor schrill (Duits) in het Engels

schrill:

schrill bijvoeglijk naamwoord

  1. schrill (höllisch; anzüglich; schroff; gellend; grell)
    shrill
    • shrill bijvoeglijk naamwoord
  2. schrill (ohrenbetäubend; laut; schwierig; )
    deafening; loud
  3. schrill (laut; hart; schnell; )
    aloud; out loud
  4. schrill (hell; scharf; grell; spitz; schroff)
    glaring; staring; garish; shrill

Vertaal Matrix voor schrill:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
staring Angaffen; Anstaunen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deafening eisenhart; eisenstark; eisern; gefühllos; hart; herb; hörbar; laut; ohrenbetäubend; schrill; schwierig; stahlhart; streng; unsanft knallhart
glaring grell; hell; scharf; schrill; schroff; spitz aufgebracht; böse; erzürnt; geladen; grell beleuchtet; sauer; sehr böse; wütend; ärgerlich
shrill anzüglich; gellend; grell; hell; höllisch; scharf; schrill; schroff; spitz durchdringend; eindringlich; scharf klingend
staring grell; hell; scharf; schrill; schroff; spitz
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aloud fest; gefühllos; geräuschvoll; hart; herb; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; unsanft aus vollem Halse; aus voller Kehle; geräuschvoll; laut; lauthals; lautstark; lärmend
out loud fest; gefühllos; geräuschvoll; hart; herb; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; unsanft aus vollem Halse; aus voller Kehle; geräuschvoll; lauthals; lautstark
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
garish grell; hell; scharf; schrill; schroff; spitz aufpoliert
loud eisenhart; eisenstark; eisern; gefühllos; hart; herb; hörbar; laut; ohrenbetäubend; schrill; schwierig; stahlhart; streng; unsanft auffallend; auffällig; aufgeblasen; aufgebläht; aufschneiderisch; aus vollem Halse; aus voller Kehle; geräuschvoll; hochmütig; hoffärtig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; lärmig; schreiend

Synoniemen voor "schrill":


Wiktionary: schrill

schrill
adjective
  1. severe or cruel
  2. high-pitched and piercing

Cross Translation:
FromToVia
schrill sharp; acute; shrill; nasty; racy; lurid; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; strident aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.

Computer vertaling door derden: