Schmausen in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

schmausen:
- eat heartily; having a good feed; eat hungrily; work inside; feast; regale; banquet; tuck in; have a gourmet

Duits

Uitgebreide vertaling voor schmausen (Duits) in het Engels

schmausen (essen; genießen; schlemmen)
to eat heartily; having a good feed; eat hungrily; to work inside
- eat heartily werkwoord (eats heartily, ate hartily, eating heartily)
- having a good feed werkwoord
- eat hungrily werkwoord
- work inside werkwoord (works inside, worked inside, working inside)
schmausen (schlemmen; genießen; schleckern)
to feast; to regale; to banquet
- feast werkwoord (feasts, feasted, feasting)
- regale werkwoord (regales, regaled, regaling)
- banquet werkwoord (banquets, banqueted, banqueting)
schmausen (schlemmen; schleckern)
to eat heartily; to feast; to tuck in; have a gourmet; to banquet
- eat heartily werkwoord (eats heartily, ate hartily, eating heartily)
- feast werkwoord (feasts, feasted, feasting)
- tuck in werkwoord (tucks in, tucked in, tucking in)
- have a gourmet werkwoord
- banquet werkwoord (banquets, banqueted, banqueting)
schmausen (schlemmen)
to feast; to banquet; to eat heartily
- feast werkwoord (feasts, feasted, feasting)
- banquet werkwoord (banquets, banqueted, banqueting)
- eat heartily werkwoord (eats heartily, ate hartily, eating heartily)

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
banquet		Bankett; Festessen; Festmahl; Galadiner; Schlemmerei; Schmaus; festliche Essen
feast		Abendessen; Bankett; Empfänge; Feier; Feierlichkeit; Fest; Festessen; Festival; Festlichkeit; Festmahl; Fete; Freudenfest; Galadiner; Musikfest; Party; Souper; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie; festliche Essen; festlicheMaal
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
banquet	genießen; schleckern; schlemmen; schmausen
eat heartily	essen; genießen; schleckern; schlemmen; schmausen
eat hungrily	essen; genießen; schlemmen; schmausen
feast	genießen; schleckern; schlemmen; schmausen	ausgehen; bummeln; einFestfeiern; feiern; gehen; im Schritt gehen; ludern; schreiten; stapfen; steigen; zelebrieren
have a gourmet	schleckern; schlemmen; schmausen
having a good feed	essen; genießen; schlemmen; schmausen
regale	genießen; schleckern; schlemmen; schmausen	bewirten; ehren; einen ausgeben; einladen; empfangen; feiern; festlich bewirten; spendieren
tuck in	schleckern; schlemmen; schmausen	hineinstecken; hineinstopfen; zudecken; zustecken; zustopfen
work inside	essen; genießen; schlemmen; schmausen