Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal schiffen

Vertaal schiffen van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. schiffen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor schiffen (Duits) in het Engels

schiffen:

schiffen werkwoord (schiffe, schiffst, schifft, schiffte, schifftet, geschifft)

  1. schiffen (urinieren; pinkeln)
    to pee; to urinate; to pass water
    • pee werkwoord (pees, peed, peeing)
    • urinate werkwoord (urinates, urinated, urinating)
    • pass water werkwoord (passes water, passed water, passing water)
  2. schiffen (steuern; segeln)
    to head for; to make for; to steer for
    • head for werkwoord (heads for, headed for, heading for)
    • make for werkwoord (makes for, made for, making for)
    • steer for werkwoord (steers for, steered for, steering for)

Conjugations for schiffen:

Präsens
  1. schiffe
  2. schiffst
  3. schifft
  4. schiffen
  5. schifft
  6. schiffen
Imperfekt
  1. schiffte
  2. schifftest
  3. schiffte
  4. schifften
  5. schifftet
  6. schifften
Perfekt
  1. habe geschifft
  2. hast geschifft
  3. hat geschifft
  4. haben geschifft
  5. habt geschifft
  6. haben geschifft
1. Konjunktiv [1]
  1. schiffe
  2. schiffest
  3. schiffe
  4. schiffen
  5. schiffet
  6. schiffen
2. Konjunktiv
  1. schiffte
  2. schifftest
  3. schiffte
  4. schifften
  5. schifftet
  6. schifften
Futur 1
  1. werde schiffen
  2. wirst schiffen
  3. wird schiffen
  4. werden schiffen
  5. werdet schiffen
  6. werden schiffen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde schiffen
  2. würdest schiffen
  3. würde schiffen
  4. würden schiffen
  5. würdet schiffen
  6. würden schiffen
Diverses
  1. schiff!
  2. schifft!
  3. schiffen Sie!
  5. geschifft
  6. schiffend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor schiffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pee Harnen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
head for schiffen; segeln; steuern anlaufen; ansteuern; anstreben; sich begeben; streben; zuhalten auf
make for schiffen; segeln; steuern anlaufen; annehmen; ansteuern; anstreben; beabsichtigen; bezwecken; der Meinung sein; erstreben; herrichten; qualifizieren; sich begeben; zuhalten auf
pass water pinkeln; schiffen; urinieren
pee pinkeln; schiffen; urinieren
steer for schiffen; segeln; steuern ansteuern; zuhalten auf
urinate pinkeln; schiffen; urinieren

Synoniemen voor "schiffen":


Wiktionary: schiffen

schiffen
  1. unpersönlich, salopp: regnen

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0219 seconde
Page rendered in 1.0 seconds