Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. saftig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor saftig (Duits) in het Engels

saftig:

saftig bijvoeglijk naamwoord

  1. saftig (zart; mürbe)
    succulent; tender
  2. saftig
    succulent

Vertaal Matrix voor saftig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tender Ausschreibung; Kohlenwagen; Submission; Verdingung; Zahlungsmittel
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
succulent mürbe; saftig; zart dekadent
tender mürbe; saftig; zart brechbar; bröcklig; brüchig; delikat; empfindlich; empfindsam; fein; feinfühlig; flau; gebrechlich; gläsern; heikel; hilflos; hinfällig; kränklich; liebend; mürbe; quetschbar; sanft; sanftmütig; schwach; schwächlich; verletzbar; verwundbar; weich; zart; zerbrechlich; zärtlich

Synoniemen voor "saftig":


Wiktionary: saftig

saftig
adjective
  1. juicy or lush

Cross Translation:
FromToVia
saftig succulent; tasty; delicious; tasteful succulent — Savoureux