Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rundlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor rundlich (Duits) in het Engels

rundlich:

rundlich bijvoeglijk naamwoord

  1. rundlich (wohlgetan)
    plump; portly; substantial
  2. rundlich (mollig; pummelig)
    chubby; plump
    • chubby bijvoeglijk naamwoord
    • plump bijvoeglijk naamwoord
  3. rundlich
    roundish

Vertaal Matrix voor rundlich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chubby mollig; pummelig; rundlich grob; mollig; plump; pummelig; vollschlank; weich
portly rundlich; wohlgetan
roundish rundlich
substantial rundlich; wohlgetan ansehnlich; anständig; beachtenswert; beachtlich; bedeutend; bemerkenswert; beträchtlich; dauerhaft; effektiv; erheblich; fest; gediegen; gründlich; handfest; hervorspringend; kräftig; merklich; nennenswerte; ordentlich; rechtschaffen; riesig; robust; schwer; sichtbar; solid; solide; spürbar; stabil; stattlich; stramm; tapfer; tauglich; tüchtig; wesentlich; wichtige; ziemlich; zuverlässig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plump mollig; pummelig; rundlich; wohlgetan aufgebauscht; aufgedunsen; ausgestopft; fleischig; gespannt; gewölbt; grob; kugelformig; mollig; nicht elegant; plump; prall; pummelig; rund; vollschlank; weich

Synoniemen voor "rundlich":


Wiktionary: rundlich

rundlich
adjective
  1. ein wenig dick
  2. nahezu rund; von runden Formen geprägt
rundlich
adjective
  1. somewhat round