Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. offensiv:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor offensiv (Duits) in het Engels

offensiv:

offensiv bijvoeglijk naamwoord

  1. offensiv (aggressiv; angreifend; gewaltsam)
    aggressive; offensive

Vertaal Matrix voor offensiv:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aggressive aggressiv; angreifend; gewaltsam; offensiv
offensive aggressiv; angreifend; gewaltsam; offensiv abstoßend; aggressiv; anstößig; beleidigend; brutal; empörend; flegelhaft; frech; gewaltsam; gewalttätig; heimtückisch; hinterfotzig; hinterhältig; hinterlistig; kränkend; roh; rüde; scharf; schmerzend; schmerzhaft; schmerzlich; schroff; schwer; stark; stoppelig; struppig; störrisch; stürmisch; taktlos; unanständig; unartig; ungeschliffen; ungestüm; ungezogen; unhöflich; unpassend; unsanft; unverschämt; unzart; wild; zottig; zutäppisch

Synoniemen voor "offensiv":


Wiktionary: offensiv

offensiv offensiv
adjective
  1. team sports: having to do with play directed at scoring