Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal nuancieren

Vertaal nuancieren van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nuancieren:

Duits

Uitgebreide vertaling voor nuancieren (Duits) in het Engels

nuancieren:

nuancieren werkwoord (nuanciere, nuancierst, nuanciert, nuancierte, nuanciertet, nuanciert)

  1. nuancieren (differenzieren)
    to nuance; to differentiate; to modify
    • nuance werkwoord (nuances, nuanced, nuancing)
    • differentiate werkwoord (differentiates, differentiated, differentiating)
    • modify werkwoord (modifies, modified, modifying)
  2. nuancieren (Unterschied machen)
    to nuance; to distinguish; to discern; to discriminate; to differentiate
    • nuance werkwoord (nuances, nuanced, nuancing)
    • distinguish werkwoord (distinguishes, distinguished, distinguishing)
    • discern werkwoord (discerns, discerned, discerning)
    • discriminate werkwoord (discriminates, discriminated, discriminating)
    • differentiate werkwoord (differentiates, differentiated, differentiating)

Conjugations for nuancieren:

Präsens
  1. nuanciere
  2. nuancierst
  3. nuanciert
  4. nuancieren
  5. nuanciert
  6. nuancieren
Imperfekt
  1. nuancierte
  2. nuanciertest
  3. nuancierte
  4. nuancierten
  5. nuanciertet
  6. nuancierten
Perfekt
  1. habe nuanciert
  2. hast nuanciert
  3. hat nuanciert
  4. haben nuanciert
  5. habt nuanciert
  6. haben nuanciert
1. Konjunktiv [1]
  1. nuanciere
  2. nuancierest
  3. nuanciere
  4. nuancieren
  5. nuancieret
  6. nuancieren
2. Konjunktiv
  1. nuancierte
  2. nuanciertest
  3. nuancierte
  4. nuancierten
  5. nuanciertet
  6. nuancierten
Futur 1
  1. werde nuancieren
  2. wirst nuancieren
  3. wird nuancieren
  4. werden nuancieren
  5. werdet nuancieren
  6. werden nuancieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde nuancieren
  2. würdest nuancieren
  3. würde nuancieren
  4. würden nuancieren
  5. würdet nuancieren
  6. würden nuancieren
Diverses
  1. nuancier!
  2. nuanciert!
  3. nuancieren Sie!
  5. nuanciert
  6. nuancierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor nuancieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
differentiate Abzeichen; Auszeichnung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
differentiate Unterschied machen; differenzieren; nuancieren absondern; abspalten; differenzieren; scheiden; separieren; trennen
discern Unterschied machen; nuancieren abstechen; auseinanderhalten; bestimmen; determinieren; erkennen; unterscheiden; unterschieden
discriminate Unterschied machen; nuancieren diskriminieren; hintansetzen
distinguish Unterschied machen; nuancieren Unterschied machen; auseinanderhalten; dekorieren; unterscheiden; unterschieden; zum Ritter schlagen
modify differenzieren; nuancieren abändern; aktualisieren; auf den neusten Stand bringen; modifizieren; umgestalten; umändern; verändern; ändern
nuance Unterschied machen; differenzieren; nuancieren

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0226 seconde
Page rendered in 1.0 seconds