Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
notwendig:
- essential; crucial; fundamental; elemental; wanted; vital; material; central; necessary; necessarily; required; of necessity; imperative; needfully; inevitable; inevitably; urgent; pressing; indispensable; stringent; desirable; desired; wished for; in demand; gladly seen; elementary; basic; highly necessary; with haste; unavoidable; irretrievable; indisputable; incontrovertible; definite; much needed; convincing
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor notwendig (Duits) in het Engels
notwendig:
-
notwendig (unentbehrlich; essentiell; erforderlich; nötig; wesentlich; wichtig; zentral)
fundamental; central– serving as an essential component 1-
fundamental bijvoeglijk naamwoord
-
central bijvoeglijk naamwoord
-
-
notwendig (erforderlich; nötig; benötigt; essentiell)
necessary; necessarily; required; essential; of necessity; imperative; needfully; inevitable; inevitably; urgent; vital; pressing-
necessary bijvoeglijk naamwoord
-
necessarily bijwoord
-
required bijvoeglijk naamwoord
-
essential bijvoeglijk naamwoord
-
of necessity bijwoord
-
imperative bijvoeglijk naamwoord
-
needfully bijwoord
-
inevitable bijvoeglijk naamwoord
-
inevitably bijwoord
-
urgent bijvoeglijk naamwoord
-
vital bijvoeglijk naamwoord
-
pressing bijvoeglijk naamwoord
-
-
notwendig (unentbehrlich; essentiell; wesentlich; entscheidend; erforderlich)
indispensable; essential; crucial; vital-
indispensable bijvoeglijk naamwoord
-
essential bijvoeglijk naamwoord
-
crucial bijvoeglijk naamwoord
-
vital bijvoeglijk naamwoord
-
-
notwendig (dringend; dringend nötig; dringlich)
-
notwendig (benötigt; erforderlich; nötig)
-
notwendig (erwünscht; wünschenswert; nötig; essentiell)
desirable; desired; necessary; wanted; essential; wished for; in demand; gladly seen-
desirable bijvoeglijk naamwoord
-
desired bijvoeglijk naamwoord
-
necessary bijvoeglijk naamwoord
-
wanted bijvoeglijk naamwoord
-
essential bijvoeglijk naamwoord
-
wished for bijvoeglijk naamwoord
-
in demand bijvoeglijk naamwoord
-
gladly seen bijvoeglijk naamwoord
-
-
notwendig (elementar; grundlegend; grundsätzlich; wesentlich; essentiell; fundamental)
-
notwendig (stringent; dringend; dringlich; dringend nötig)
necessary; highly necessary; essential; urgent; imperative; vital; necessarily; with haste; pressing-
necessary bijvoeglijk naamwoord
-
highly necessary bijvoeglijk naamwoord
-
essential bijvoeglijk naamwoord
-
urgent bijvoeglijk naamwoord
-
imperative bijvoeglijk naamwoord
-
vital bijvoeglijk naamwoord
-
necessarily bijwoord
-
with haste bijvoeglijk naamwoord
-
pressing bijvoeglijk naamwoord
-
-
notwendig (unvermeidlich; zwangsläufig)
inevitable; unavoidable; imperative; irretrievable; indisputable; incontrovertible; definite-
inevitable bijvoeglijk naamwoord
-
unavoidable bijvoeglijk naamwoord
-
imperative bijvoeglijk naamwoord
-
irretrievable bijvoeglijk naamwoord
-
indisputable bijvoeglijk naamwoord
-
incontrovertible bijvoeglijk naamwoord
-
definite bijvoeglijk naamwoord
-
-
notwendig (unentbehrlich)
much needed-
much needed bijvoeglijk naamwoord
-
-
notwendig (überzeugend; nachdrücklich; dringlich; dringend; stringent; dringend nötig)
Vertaal Matrix voor notwendig:
Synoniemen voor "notwendig":
Wiktionary: notwendig
notwendig
Cross Translation:
adjective
notwendig
-
unter allen Umständen erforderlich
- notwendig → necessary
adjective
-
needed, required
-
essential
-
necessary
-
essential; required
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• notwendig | → necessary | ↔ noodzakelijk — erg nodig |
• notwendig | → needful; necessary | ↔ nodig — waar behoefte aan is |
• notwendig | → necessary; needed; mandatory | ↔ nécessaire — Qui permet de réaliser une tâche. |
• notwendig | → necessary; required; requisite | ↔ requis — Demandé, exigé (2) |