Duits
Uitgebreide vertaling voor normal (Duits) in het Engels
normal:
-
normal (regulär; regelmäßig; reglär; ständig; durchgehend; gewohnt; gewöhnlich; durchweg)
regularly; regular; frequently; frequent; normal; at set times-
regularly bijwoord
-
regular bijvoeglijk naamwoord
-
frequently bijwoord
-
frequent bijvoeglijk naamwoord
-
normal bijvoeglijk naamwoord
-
at set times bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor normal:
Synoniemen voor "normal":
Computer vertaling door derden: