Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nobel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor nobel (Duits) in het Engels

nobel:

nobel bijvoeglijk naamwoord

  1. nobel (großmütig; großzügig; edel; )
    noble; magnanimous; generous

Vertaal Matrix voor nobel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
generous duldsam; edel; erhaben; freigebig; freizügig; großmütig; großzügig; hochwürdig; jovial; mild; nobel; tolerant edel; freigebig; freizügig; generös; großzügig; herzlich; jovial; mild; offen; verschwenderisch; weitherzig
magnanimous duldsam; edel; erhaben; freigebig; freizügig; großmütig; großzügig; hochwürdig; jovial; mild; nobel; tolerant edel; freigebig; freizügig; generös; großzügig; jovial; weitherzig
noble duldsam; edel; erhaben; freigebig; freizügig; großmütig; großzügig; hochwürdig; jovial; mild; nobel; tolerant adelig; edel; freigebig; freizügig; generös; großzügig; jovial; weitherzig

Synoniemen voor "nobel":


Wiktionary: nobel

nobel
adjective
  1. edelmütig
  2. reich und zugleich vornehm
nobel
adjective
  1. having honorable qualities
  2. elegant and fashionable
  3. noble and majestic