Duits
Uitgebreide vertaling voor mobil (Duits) in het Engels
mobil:
-
mobil (beweglich; nicht fest; versetzbar; transportabel; transportierbar; transportfähig)
mobile; loose; portable; moveable; transportable-
mobile bijvoeglijk naamwoord
-
loose bijvoeglijk naamwoord
-
portable bijvoeglijk naamwoord
-
moveable bijvoeglijk naamwoord
-
transportable bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor mobil:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mobile | Funktelefon; Handy; Mobilfunktelefon; Mobiltelefon | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mobile | beweglich; mobil; nicht fest; transportabel; transportfähig; transportierbar; versetzbar | |
moveable | beweglich; mobil; nicht fest; transportabel; transportfähig; transportierbar; versetzbar | |
portable | beweglich; mobil; nicht fest; transportabel; transportfähig; transportierbar; versetzbar | |
transportable | beweglich; mobil; nicht fest; transportabel; transportfähig; transportierbar; versetzbar | fahrbar; transportabel; transportfähig; transportierbar |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
loose | beweglich; mobil; nicht fest; transportabel; transportfähig; transportierbar; versetzbar | locker; lose; nicht fest; pulverartig; umfangreich; undiszipliniert; viel umfassend; weit; weitgehend |