Duits
Uitgebreide vertaling voor miteinander (Duits) in het Engels
miteinander:
-
miteinander
-
miteinander (beisammen; zuzweit)
-
miteinander (zusammen; gemeinschaftlich; gemeinsam; gemein)
shared; combined; jointly; altogether; together; with one another; with each other; in all-
shared bijvoeglijk naamwoord
-
combined bijvoeglijk naamwoord
-
jointly bijwoord
-
altogether bijwoord
-
together bijvoeglijk naamwoord
-
with one another bijvoeglijk naamwoord
-
with each other bijvoeglijk naamwoord
-
in all bijwoord
-
Vertaal Matrix voor miteinander:
Synoniemen voor "miteinander":
Wiktionary: miteinander
miteinander
adverb
-
eine Person mit mindestens einer weiteren Person
- miteinander → together