Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. leck:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor leck (Duits) in het Engels

leck:

leck bijvoeglijk naamwoord

  1. leck (nicht zu)
    leaky; punctured; faulty

Vertaal Matrix voor leck:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faulty leck; nicht zu außer Gebrauch; defekt; falsch; fehlerhaft; gebrochen; kaputt; unrichtig; verkehrt; verschmitzt
leaky leck; nicht zu
punctured leck; nicht zu

Synoniemen voor "leck":

  • löchrig wie Schweizer Käse; undicht

Wiktionary: leck

leck
adjective
  1. undicht (besonders von Wasserfahrzeugen)

Cross Translation:
FromToVia
leck punctured; leaky lek — vloeistof of gas doorlatend