Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. lebend:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor lebend (Duits) in het Engels

lebend:

lebend bijvoeglijk naamwoord

  1. lebend (existierend)
    alive; living
    • alive bijvoeglijk naamwoord
    • living bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor lebend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
living Wohnen; Wohnzimmer; sich Aufhalten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alive existierend; lebend
living existierend; lebend ansässig; wohnhaft

Synoniemen voor "lebend":


Wiktionary: lebend

lebend
adjective
  1. A state of having life
  2. In use or existing
  3. having life
  4. still alive; not extinct

Cross Translation:
FromToVia
lebend living; alive; animated vivant — Qui douer de vie.

Verwante vertalingen van lebend