Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kreuzigen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor kreuzigen (Duits) in het Engels

kreuzigen:

kreuzigen werkwoord (kreuzige, kreuzigst, kreuzigt, kreuzigte, kreuzigtet, gekreuzigt)

  1. kreuzigen
    to crucify
    • crucify werkwoord (crucifies, crucified, crucifying)
  2. kreuzigen (überqueren)
    to beat against the wind; ply against the wind; sail against the wind
    to tack
    – turn into the wind 1
    • tack werkwoord (tacks, tacked, tacking)
      • The sailors decided to tack the boat1
      • The boat tacked1

Conjugations for kreuzigen:

Präsens
  1. kreuzige
  2. kreuzigst
  3. kreuzigt
  4. kreuzigen
  5. kreuzigt
  6. kreuzigen
Imperfekt
  1. kreuzigte
  2. kreuzigtest
  3. kreuzigte
  4. kreuzigten
  5. kreuzigtet
  6. kreuzigten
Perfekt
  1. habe gekreuzigt
  2. hast gekreuzigt
  3. hat gekreuzigt
  4. haben gekreuzigt
  5. habt gekreuzigt
  6. haben gekreuzigt
1. Konjunktiv [1]
  1. kreuzige
  2. kreuzigest
  3. kreuzige
  4. kreuzigen
  5. kreuziget
  6. kreuzigen
2. Konjunktiv
  1. kreuzigte
  2. kreuzigtest
  3. kreuzigte
  4. kreuzigten
  5. kreuzigtet
  6. kreuzigten
Futur 1
  1. werde kreuzigen
  2. wirst kreuzigen
  3. wird kreuzigen
  4. werden kreuzigen
  5. werdet kreuzigen
  6. werden kreuzigen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde kreuzigen
  2. würdest kreuzigen
  3. würde kreuzigen
  4. würden kreuzigen
  5. würdet kreuzigen
  6. würden kreuzigen
Diverses
  1. kreuzig!
  2. kreuzigt!
  3. kreuzigen Sie!
  4. gekreuzigt
  5. kreuzigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor kreuzigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tack Heftstich; Reihstich; kleine Nagel mit plattem Kopf
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beat against the wind kreuzigen; überqueren gegen den Wind einfahren; lavieren
crucify kreuzigen
ply against the wind kreuzigen; überqueren
sail against the wind kreuzigen; überqueren gegen den Wind einfahren; lavieren
tack kreuzigen; überqueren drehen; gegen den Wind einfahren; kehren; lavieren; lenken; reihen; schnüren; seine meinung ändern; seineMeinungändern; wenden; über Stag gehen; über stag gehen

Wiktionary: kreuzigen

kreuzigen
verb
  1. jemanden zur Hinrichtung ans Kreuz schlagen
kreuzigen
verb
  1. to execute a person by nailing to a crucifix

Cross Translation:
FromToVia
kreuzigen crucify kruisigen — een vorm van executeren: aan het kruis hangen tot de dood erop volgt

Computer vertaling door derden: