Duits
Uitgebreide vertaling voor kläglich (Duits) in het Engels
kläglich:
-
kläglich (klagend; elend; quengelig; nörglerisch; jammervoll)
-
kläglich (dürftig; spärlich; schmächtig; miserabel; empfindlich; knapp; klein; schwach; winzig; geringfügig; sparsam; mager; hager; eng; fein; schlecht; gering; hohl; dünn; öde; karg; hinfällig; schlapp; hilflos; schlaff; schäbig; handlich; unscheinbar; ungültig; zerbrechlich; schütter; flau; nichtig; vergänglich; gedrungen; grundlos; kärglich; schadhaft; gebrechlich; schwächlich; kränklich; sehrklein)
-
kläglich (jämmerlich; jammervoll)
-
kläglich (jammernd; jammervoll; klagend)
-
kläglich (erbärmlich; miserabel; jämmerlich)
miserable; pathetic; wretched; distressful; pitiful-
miserable bijvoeglijk naamwoord
-
pathetic bijvoeglijk naamwoord
-
wretched bijvoeglijk naamwoord
-
distressful bijvoeglijk naamwoord
-
pitiful bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor kläglich:
Synoniemen voor "kläglich":
Wiktionary: kläglich
kläglich
adjective
-
Deserving strong condemnation; shockingly bad.
-
Sunk to a low condition; down in spirit or hope
-
so appalling or sad that one feels or should feel sorry for it; eliciting pity
Computer vertaling door derden: