Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal kapabel

Vertaal kapabel van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kapabel:

Duits

Uitgebreide vertaling voor kapabel (Duits) in het Engels

kapabel:

kapabel bijvoeglijk naamwoord

  1. kapabel (fähig; befähig; kompetent)
    qualified; capable; competent; proficient; considerate; efficient; able; skilled; fit; good

Vertaal Matrix voor kapabel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fit Anpassung; Gliederzucken; Paßform; Schnitt; Sitz; Wutanfall; Zuckung; Zusammenziehung
good Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fit anlegen; anprobieren; ausprobieren; bauen; einrichten; gleichen; gleichkommen; installieren; passen; probieren; stimmen; vereinbaren; zusammenstimmen; übereinstimmen mit
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
able befähig; fähig; kapabel; kompetent bewandert; erfahren; fachgerecht; fachkundig; fachmännisch; fähig; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; klug; kompetent; kundig; pfiffig; raffiniert; sachkundig; sachverständig; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig
capable befähig; fähig; kapabel; kompetent bewandert; erfahren; fachgerecht; fachkundig; fachmännisch; fähig; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; klug; kompetent; kundig; pfiffig; raffiniert; sachkundig; sachverständig; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig
competent befähig; fähig; kapabel; kompetent befugt; berechtigt; erfahren; fachgerecht; fachkundig; fachmännisch; geschult; kompetent; qualifiziert; rechtsfähig; routiniert; sachkundig; sachverständig
considerate befähig; fähig; kapabel; kompetent bescheiden; dienstbar; diskret; einfach; entgegenkommen; fürsorglich; gefällig; große Sorge; höflich; schlicht; sorgfältig; sorgsam; zuvorkommen
efficient befähig; fähig; kapabel; kompetent adäquat; angemessen; die Mühe wert; effektiv; effizient; entsprechend; fachgerecht; fachkundig; fachmännisch; geeignet; gemessen; kompetent; passend; sachkundig; sachverständig; zweckmäßig
fit befähig; fähig; kapabel; kompetent adäquat; angemessen; arbeitstauglich; behäbig; blühend; entsprechend; erwerbsfähig; finanzstark; fit; geeignet; gemessen; gesund; glühend; gutgestellt; gutsituiert; heil; heilsam; hygienisch; inbesterForm; passend; springlebendig; wohlauf; wohlhabend
proficient befähig; fähig; kapabel; kompetent ausgelernt; bewandert; erfahren; fachmännisch; fähig; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; klug; kundig; perfekt; pfiffig; raffiniert; sachverständig; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig
qualified befähig; fähig; kapabel; kompetent erfahren; geschult; qualifiziert; routiniert
skilled befähig; fähig; kapabel; kompetent befugt; berechtigt; bewandert; erfahren; fachmännisch; gebildet; gelehrt; geschult; geübt; kundig; qualifiziert; routiniert; sachverständig; tüchtig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
good befähig; fähig; kapabel; kompetent amüsant; angenehm; artig; behaglich; brav; einverstanden; entzückend; erfreulich; ergötzlich; fabelhaft; fachgerecht; fachkundig; fachmännisch; fein; gemütlich; geschmackvoll; gesellig; herrlich; in Ordnung; kompetent; nett; richtig; sachkundig; sachverständig; schön; sittsam; spaßig; tadellos; toll; vergnüglich; vergnügt; vorbildlich; wohltuend

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0463 seconde
Page rendered in 1.0 seconds