Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal hinunterstürzen

Vertaal hinunterstürzen van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

hinunterstürzen:
- drop; crash down; collapse

Duits

Uitgebreide vertaling voor hinunterstürzen (Duits) in het Engels

hinunterstürzen:

hinunterstürzen werkwoord

hinunterstürzen (herunterstürzen)
to drop; to crash down; to collapse
- drop werkwoord (drops, dropped, dropping)
- crash down werkwoord (crashes down, crashed down, crashing down)
- collapse werkwoord (collapses, collapsed, collapsing)

Vertaal Matrix voor hinunterstürzen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
collapse		Aufgeben; Depression; Einbruch; Einsturz; Einstürzen; Fall; Flaute; Hinfallen; Nachgeben; Niederfallen; Niedergang; Rückfall; Rückgang; Schwäche; Zusammenbruch; Zusammensturz
crash down		Abstürzen
drop		Erkundungsfahrt; Fallhöhe; Gläschen; Schluck; Schnaps; Stehempfang; Tropfen; kleiner Schluck
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
collapse	herunterstürzen; hinunterstürzen	abnehmen; auflösen; aufteilen; auseinanderfallen; einsacken; einsinken; einstürzen; erliegen; herauslösen; lösen; reduzieren; rücklaufen; spalten; trennen; unterliegen; versinken; zerfallen; zerlegen; zersetzen; zu Grunde gehen; zusammenbrechen; zusammenfallen; zusammensinken; zusammenstürzen
crash down	herunterstürzen; hinunterstürzen	abstürzen; einstürzen; hinabstürzen; implodieren; niederstürzen
drop	herunterstürzen; hinunterstürzen	ablehnen; abrutschen; abschieben; absetzen; abtropfen; abweisen; abwerfen; aus Zink; auslassen; auslecken; aussteigen lassen; das Verfahren einstellen; durchfallen; durchrasseln; durchsickern; einnicken; einpacken; einsacken; einschlafen; einschlummern; einschrumpfen; einsinken; einstürzen; entlassen; fallen; feuern; galvanisieren; herabsacken; herauströpfeln; herunterrutschen; kippen; laufen; lecken; mindern; purzeln; reduzieren; sausen; schmeißen; schrumpfen; schwinden; segeln; senken; seponieren; setzen; sickern; sinken; stolpern; suspendieren; taumeln; trennen; triefen; tropfen; tröpfeln; umfallen; umkippen; verabschieden; vermindern; verringern; versenken; versinken; verzinken; weglassen; werfen; zinken; zu den Akten legen; zurückweisen; zusammenschrumpfen

Computer vertaling door derden: